Een geintje moet kunnen, vinden ze op de werkvloer bij een logistiek Bedrijf. Totdat er bij de vertrouwenspersoon meldingen binnenkomen van mogelijk ‘grensoverschrijdend’ gedrag.
Marcel Boekhorst
Het is op de werkvloer van een logistieke dienstverlener in coronatijd een drukte van jewelste. Er wordt in drie ploegen gewerkt en de samenstelling van de teams is divers: mannen, vrouwen, van verschillende etnische afkomst. Er heerst een goede sfeer. Ze helpen elkaar, doen niet moeilijk over een dienst ruilen en er wordt veel ‘geouwehoerd’. Dan komt er een melding binnen bij de vertrouwenspersoon.
Grensoverschrijdend gedrag
Er zou sprake zijn van grensoverschrijdend gedrag: racisme, seksuele intimidatie en vrouwonvriendelijke opmerkingen. De vertrouwenspersoon gaat naar de directie en vertelt – met inachtneming van de anonimiteit – wat haar ter ore is gekomen. De directieleden schrikken en vragen zich af waarom ze dit niet eerder hebben gehoord. Er is een teamleider en een voorman op de werkvloer en de deur van de directiekamer staat open. Gelegenheid genoeg, zou je zeggen.
Losse omgangsvormen krijgen grimmige wending
Er wordt een gespecialiseerd onderzoeksbureau ingeschakeld. Besloten wordt om eerst een survey te doen waarbij medewerkers anoniem en digitaal vragen mogen beantwoorden over de eerder genoemde onderwerpen. Uit deze informatie en na het interviewen van diverse medewerkers blijkt dat het ‘geouwehoer’ de afgelopen jaren een wat grimmige wending heeft gekregen.
> LEES OOK: Toppers in Recherche
Discriminatie en seksuele intimidatie
De van oorsprong Marokkaanse heftruckchauffeur en de Surinaamse magazijnmedewerker krijgen regelmatig racistische en discriminerende opmerkingen naar hun hoofd. En zij zijn absoluut niet de enige. Ook wordt er over de secretaresse behoorlijk schunnig gepraat, ook waar zij bij is. Tevens blijkt dat een aantal medewerkers zich om die reden ziek heeft gemeld en dat zij soms met pijn in hun buik naar het werk gaan.
Een aantal geeft aan dat zij in staat waren om van zich af te slaan. Een uitspraak als ‘het is hier net een jungle’ staat haaks op het begrip ‘veilige werkplek’.
De voorman vindt dat zijn collega’s tegen een stootje moeten kunnen
Aanstichter blijkt dikke maatjes met directie
De grote animator van dit soort opmerkingen is de voorman: iemand die er al heel lang werkt en daardoor aanzien geniet op de werkvloer. Deze voorman krijgt bijval van meelopers. Hij is dikke maatjes met de teamleider en wandelt een paar keer per dag het directiekantoor binnen. Dit is de verklaring voor het feit dat het zo lang onontdekt is gebleven: medewerkers durfden hun mond niet open te doen.
Ontslag en aandacht voor omgangsregels
De voorman wordt door het onderzoeksbureau de gelegenheid geboden om zijn kant van het verhaal te vertellen. Hij geeft toe, maar vindt dat zijn collega’s ‘tegen een stootje moeten kunnen’. De directie besluit om de man te ontslaan. Ook wordt er een bijeenkomst georganiseerd waar de omgangsvormen en gedragsregels nog eens duidelijk naar voren worden gebracht.
Marcel Boekhorst is directeur van Signum Interfocus
Volg Security Management op LinkedIn