De Vereniging Erkende Beveiligingsbedrijven (VEB) constateerde niet alleen onvrede in de markt over de regeling voor brandmeldinstallaties, ook blijkt brandveiligheid in sommige gevallen schijnveiligheid te zijn. Hier moest iets aan gedaan worden en dus riep de vereniging een nieuwe kwaliteitsregeling voor brandmeldinstallaties in het leven, conform de NEN 2535.
Betty Rombout
Met ruim 750 aangesloten beveiligingsbedrijven is VEB dé brancheorganisatie op beveiligingsgebied. De vereniging behartigt de belangen van beveiligingsinstallateurs, particuliere beveiligingsorganisaties, meldkamers en partners. “De inspecteurs van de bij ons aangesloten bedrijven werken vanuit een zelflerend model. Constateren zij afwijkingen tijdens een inspectie, dan wordt dit aangegrepen om het proces te verbeteren”, aldus Jan Kuipers, directeur/voorzitter van de VEB.
Gebruiksfuncties voor brandmeldinstallaties in het Bouwbesluit
Het Bouwbesluit 2012 schrijft voor dat een bouwwerk zodanige voorzieningen heeft dat een brand tijdig wordt ontdekt, zodat de aanwezige mensen op tijd kunnen vluchten (zelfredzaamheid). Voor een aantal gebruiksfuncties worden hiervoor brandmeldinstallaties voorgeschreven. Artikel 6.20 van het Bouwbesluit beschrijft in bijlage I de gebruiksfuncties voor een brandmeldinstallatie. In die bijlage wordt onder meer ook de omvang van die installatie aangegeven. Die omvang moet vervolgens voldoen aan het gestelde in de norm NEN 2535, die daarmee dus een wettelijke status heeft. De regelgeving over aanleg en onderhoud is met ingang van 2015 ingrijpend gewijzigd. Sinds 2015 geldt de regeling BMI-2011.
Voorheen was er dus voor brandmeldinstallaties alleen de regeling BMI. Deze is bedoeld voor gebouwen met een hoge kans op slachtoffers bij brand en bevat daarom zeer hoge en dus ook dure eisen.
Vertrouwen door certificering
Kuipers vertelt: “Certificering is een belangrijk onderdeel van deze regeling. Bedrijven worden op basis van procedures volledig gecontroleerd door een certificeringsinstantie. Is de certificering akkoord, dan ontstaat er een zogenaamd gerechtvaardigd vertrouwen. Bedrijven kunnen dan certificaten uitgeven. Maar vertoont een van de procedures een afwijking, dan krijgt het bedrijf een herinspectie. Hier zijn bedrijven een beetje klaar mee. Men vindt het een te formele benadering, die ook nog eens veel geld kost.”
De VEB is voorstander van inspectie door een inspectie-instantie
“De VEB is voorstander van inspectie door een inspectie-instantie: een instantie die het opgeleverde werk controleert, oftewel de praktijk. De procedures zijn weliswaar belangrijk, maar dit wil nog niet zeggen dat het opgeleverde werk voldoet. In onze ogen weegt controle op dit laatste zwaarder dan die op procedures. De hoge eisen en de kosten die met de regeling BMI gemoeid zijn, is reden te over om deze niet toe te passen in situaties waar deze niet verplicht is, zoals in verreweg de meeste bedrijfs- en woongebouwen.”
Er is wildgroei ontstaan bij het installeren van brandmeldinstallaties
Hierbij komt dat er er sinds het nieuwe Bouwbesluit 2021 vooral de nadruk wordt gelegd op zelfredzaamheid. “Het wettelijke kader is veel ‘losser’. Iedereen mag nu in feite een brandmeldinstallatie aanleggen. Er is wildgroei ontstaan. Let wel, bij het installeren van een installatie is het belangrijk kennis van zaken te hebben (opleidingen). Ook dient de projectering op de juiste wijze te gebeuren. Een rookmelder functioneert niet in alle omstandigheden. Diverse omgevingsfactoren moeten in acht genomen worden”, aldus Jan Kuipers.
Geen beunhazerij meer
Kortom, de markt verlangde naar een andere kwaliteitsregeling, minder streng, minder duur. Daarbij is het van belang de kwaliteit te verhogen van de brandveiligheid aangaande het aanleggen van branddetectiemiddelen, daar waar er geen verplichting is vanuit het Bouwbesluit. Geen beunhazerij meer. Dus nam de VEB het heft in eigen hand.
Twee versies
Op 1 april dit jaar introduceerde de VEB een eerste nieuwe versie van de kwaliteitsregeling BMI: Branddetectie Kwaliteitsregeling met als basis de projectie-eisen, kortweg: VEB 4-BKP. Oftewel, een light versie maar geheel volgens de NEN 2525, artikel 10.
Jan Kuipers: “Een rookmelder moet op de juiste wijze geprojecteerd worden, dat wil zeggen: een plaats krijgen in de ruimte. De melder is vervolgens aan te sluiten op een inbraakinstallatie, dus niet op een brandmeldpaneel. Het voordeel hiervan is dat we – in een vroeg stadium – branddetectie kunnen bieden aan de meeste bedrijfs- en woongebouwen waarop het wettelijk kader aangaande brandmeldinstallaties niet van toepassing is. Het andere voordeel is dat er altijd doormelding van een brand plaatsvindt naar een meldkamer. Immers: de rookmelders zijn gekoppeld aan een inbraakinstallatie die automatisch doormeldt. We weten dan ook precies waar een brand begint. Inbraaksystemen maken namelijk gebruik van zone-melding.”
Later dit jaar volgt een uitgebreidere, volledige regeling Brandveiligheid Kwaliteitssysteem met als basis het Bouwbesluit, kortweg: VEB 4-BKB. Deze versie is vergelijkbaar met de regeling BMI en in lijn met het Bouwbesluit en de NEN 2535. In tegenstelling tot de light versie voldoet de BKB-regeling behalve aan de projectie-eisen ook aan de systeem- en kwaliteitseisen.
Securitymanagers
Tot slot stellen we de vraag waarom kennis van de nieuwe kwaliteitsregeling voor brandmeldinstallaties belangrijk is voor securitymanagers. Jan Kuipers: “Deze functionarissen houden zich overall bezig met veiligheid en beveiliging, dus ook met brandveiligheid. Vaak weten ze wel dat hieromtrent een wettelijk kader is. Nieuw is de light versie, die geen wettelijke verplichting kent. Het is goed om hiervan op de hoogte te zijn.” n
Betty Rombout is freelance journalist
Opleidingseisen installateurs
Voor de volledige kwaliteitsregeling BKB dienen installateurs te beschikken over de opleiding Projecteringsdeskundige Brandmeldinstallaties (PDB). Ten behoeve van de light versie kwaliteitsregeling BKP werkt de VEB momenteel aan een nieuwe opleiding Projecteringsdeskundige Light (PDB Light). Daarnaast dienen installateurs bij de light versie minimaal te beschikken over de opleiding Monteur Beveiligingssystemen (MBV) omdat de rookmelders aangesloten dienen te worden op de inbraakinstallatie.
Meer informatie: www.veb.nl.