De inzet van vrijwilligers, toegang tot oude politiegegevens en inzet van kunstmatige intelligentie kunnen bijdragen aan het oplossen van cold cases. Dat is belangrijk, voor zowel nabestaanden als de samenleving.
Het gaat om ernstige en ingewikkelde misdrijven die in het verleden niet zijn opgelost. Dat schrijft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid op 5 februari aan de Tweede Kamer.
1.700 cold cases
Op dit moment zijn ruim 1.700 zaken door politie en Openbaar Ministerie aangemerkt als cold case. Het gaat dan om onopgeloste moorden of doodslag, of zeer ernstige delicten waarvoor twaalf jaar of meer straf op staat. Nieuwe informatie, inzichten en het toepassen van nieuwe technieken kunnen leiden tot een doorbraak in het opsporingsonderzoek.
Vrijwilligers dragen zorg voor digitalisering oude dossiers
Politievrijwilligers kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het onderzoek in een cold case, onder meer bij de digitalisering van opsporingsdossiers. Het digitaliseren is noodzakelijk om een zaaksdossier naar moderne inzichten te ordenen en digitaal doorzoekbaar te maken. Hierdoor wordt het ook makkelijker om verbanden te leggen tussen verschillende politiegegevens.
Meer mogelijkheden om cyberspecialisten in te schakelen
Verder wordt het mogelijk om vrijwilligers met specifieke kennis en vaardigheden op het gebied van cold cases in te zetten. Het Besluit algemene rechtspositie politieambtenaren wordt aangepast, waardoor specialisten van buiten sneller ingezet kunnen worden. Het gaat dan bv om notarissen en cyberspecialisten.
Kunstmatige intelligentie inzetten om kans op slagen te vergroten
De politie voert een experiment uit waarbij kunstmatige intelligentie wordt ingezet om beter in kaart te brengen in welke van de 1.700 cold cases nieuw forensisch onderzoek kansrijk is. Dat gebeurt nu handmatig en kost vier tot zes weken per zaak. Het doel van het experiment is tot een ranglijst van cold cases te komen die waarschijnlijk de meest kansrijke sporen voor nader onderzoek bevatten.
Na evaluatie toepassing in de praktijk
De eerste fase van het experiment had positieve voorlopige resultaten. Aan de hand van de uitkomsten van het gehele experiment gaat de politie samen met het OM onderzoeken of en hoe deze techniek kan worden doorontwikkeld om toegepast te worden in de praktijk.
Oude politiegegevens dreigen verloren te gaan
De korpschef van de politie heeft aangegeven dat de huidige bewaartermijnen voor oudere politiegegevens uit de Wet politiegegevens (Wpg) te kort zijn voor cold case onderzoeken. Het gaat om oudere politiegegevens die nog niet eerder in het opsporingsonderzoek zelf waren betrokken. Als deze gegevens volgens de huidige Wpg zouden worden vernietigd dan gaat mogelijk relevante informatie, die kan bijdragen aan het oplossen van een cold case, verloren.
Geen vernietiging, maar beperkte toegang door poortwachters
De korpschef heeft besloten deze gegevens niet te vernietigen en heeft maatregelen genomen die de toegang tot deze gegevens beperken tot het strikt noodzakelijke. Er zijn een beperkt aantal zogenaamde poortwachters aangewezen; alleen zij hebben toegang tot deze afgeschermde politiegegevens. Minister Grapperhaus steunt deze aanpak van de korpschef.
> Lees ook De snelle opmars van deep learning: ook in het politiewerk