Met de Wet private kwaliteitsborging verandert er het één en ander qua verantwoordelijkheden. Zo is de opdrachtgever bijvoorbeeld aansprakelijk voor alle gebreken die bij de oplevering van het gebouw niet zijn opgemerkt. Welke gevolgen heeft dat voor de brandveiligheid van gebouwen?
Daarover ging het Nationaal Brandveiligheidsevenement op 16 april in Utrecht. Organisator SBRCURnet had deze editie van het congres gekozen voor een plenair middagprogramma rond het thema ‘Kwaliteit bouwen, brandveilig houden’, gevolgd door een avondprogramma met acht praktische masterclasses. Daarnaast konden de ruim 120 deelnemers de informatiemarkt bezoeken, waar sponsoren en partners zich presenteerden.
Kwaliteitsborging
De plenaire aftrap werd verzorgd door Bart Dunsbergen van het ministerie van Binnenlandse Zaken, die de achtergronden en de status van het wetsvoorstel nog eens schetste. Tevens ging hij specifiek in op de private kwaliteitsborging met betrekking tot brandveiligheid en wat dit betekent voor gebouwbeheerders.
Dunsbergen somde allereerst de redenen op waarom de Stelselwijziging Bouwregelgeving was bedacht. Zo ligt de nadruk nu met name op de papieren bouwplantoets, verschilt dit teveel per gemeente, en zijn er momenteel onvoldoende prikkels om kwaliteit te leveren. Met de stelselwijziging beoogt de wetgever de positie van de opdrachtgever te verbeteren, wordt de aansprakelijkheid bij de opdrachtnemer belegd, en komt de nadruk te liggen op kwaliteit bij oplevering.
Brandveiligheid
Vervolgens zoomde Dunsbergen in op de positie van brandveiligheid in het nieuwe stelsel. Daarin onderscheidde hij:
Borgingsstelsel
- deelname deskundigen beoordelen instrumenten;
- deelname deskundigen aan audits instrumenten.
Bouwproces
- advies bevoegd gezag bij afhandeling meldingsvergunning Brandveilig gebruik;
- aanvullend advies bouwplannen gevolgklasse 2 en 3;
- deelname deskundigen audits risicovolle projecten;
- beoordeling gelijkwaardige oplossingen.
De verwachting is dat het wetsvoorstel nog dit voorjaar naar de ministerraad wordt gestuurd, waarna het als het in de Tweede en Eerste Kamer is behandeld, in de loop van 2016 in werking kan treden.
Vertaalslag
Voor de vertaalslag van regelgeving naar praktijk zorgde vervolgens Hajé van Egmond, kwartiermaker bij het Instituut voor Bouwkwaliteit (IBK). Voor de borging van de kwaliteit van bouwwerken zijn er inmiddels al verschillende instrumenten op de markt. Hoe passen deze instrumenten – denk aan erkenningsregelingen, certificatie, accreditatie – binnen het stelsel en welke zijn te gebruiken voor brandveiligheid? Overigens is het goed te weten dat de huidige hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld het BGB en het model IBB, niet bruikbaar zijn in het kader van de Wet kwaliteitsborging omdat het in de toekomst moet gaan over het gehele bouwwerk en niet slechts over het deel brandveiligheid. De boodschap van Van Egmond aan de deelnemers was overigens dat instrumenten leuk zijn, maar dat het toch vooral van belang is om zelf goed te blijven nadenken.
Kwaliteit
Michael Haas, consultant Fire Safety & Building Technology DGMR schetste in zijn presentatie een aantal praktijkvoorbeelden en introduceerde de Technical Inspection Service (TIS). Dit instrument is een zogenaamde tweede inspectie van een op te leveren gebouw door een tweede adviseur. In de ogen van Haas is deze peer review een prima middel om kwaliteit te borgen, mits van voldoende niveau en er door betrokken partijen daadwerkelijk wordt samengewerkt.
Samenwerken was ook het credo van de enige aannemer/ opdrachtnemer in de zaal en onder de sprekers, Jan Anker van Meerbouw Rotterdam. Anker liet weten niet blij te zijn met het feit dat in het wetsvoorstel de aansprakelijkheid volledig bij de opdrachtnemer wordt belegd. Zijn stelling was dan ook: samenwerken is samen verantwoordelijk zijn.
Risico’s
Het plenaire programma werd afgesloten door Charles Meijer, programma-adviseur risicobeheersing Brandweer Nederland. Meijer ging in op het belang van de beperking van brandrisico’s. Het beperken hiervan is per project maatwerk. Dit betekent dat je elke keer weer opnieuw keuzes moet maken die van invloed zijn op de gevolgen. Bij een goed doordacht plan en het goed uitvoeren hiervan, behoort ook een gebouwdossier. Indien dit actueel en toegankelijk is, zal de brandweer hier accuraat op in kunnen spelen bij mogelijke incidenten. De combinatie van alles en de samenhang met het van tevoren nadenken hierover door gebouweigenaar, gebouwbeheerder, bezoekers, de brandweer, én de maatschappij, draagt volgens Meijer bij aan de verlaging van risico’s.