Nederlandse achterdeuren zijn een stuk kwetsbaarder dan voordeuren. Bijzonder, want de meeste (60 procent) dieven komen binnen via de achterdeur.
Dat blijkt uit onderzoek van de Stichting Nationale Inbraakpreventie Weken onder 572 huishoudens, waarvan de helft een eigen woning heeft en de helft een huis huurt.
>> Lees ook Helft inbraakslachtoffers heeft wapen in huis
>> Lees ook Steeds meer mensen bang voor inbraak
Achterdeur
43 procent van de achterdeuren heeft zwak aluminium beslag dat bevestigd is met slechts enkele schroefjes. Met behulp van een schroevendraaier en een grote tang is zo’n slot door inbrekers makkelijk open te breken: binnen één minuut zijn ze binnen. Huurwoningen blijken bovendien slechter beveiligd dan koopwoningen.
Flipperen
Volgens Sybren van der Velden, Landelijk Projectleider Woninginbraak, is het nodig om blijvend aandacht te besteden aan inbraakpreventie. “Inbrekers zitten niet stil en worden steeds inventiever. Inbreken met behulp van een schroevendraaier of koevoet komt nog steeds veel voor. Een andere populaire methode is ‘flipperen’, waarbij de dief simpel door gebruik te maken van een hard stukje plastic een deur die niet op slot is gedraaid, weet te openen.
Nieuwe methode
Een nieuwe methode, die een paar jaar geleden door professionele inbrekers is geïntroduceerd, heet kerntrekken, ook wel cilindertrekken genoemd. Hiermee opent de inbreker het slot door hard aan de kern, dit is de cilinder waar je je sleutel insteekt, te trekken waardoor deze afbreekt. Inbrekers gebruiken hiervoor speciale kerntrek-instrumenten.”