De kans dat in Nederland joodse instellingen zoals scholen en synagogen door een aanslag worden getroffen, is nog steeds reëel. Maar van een concrete dreiging is geen sprake, liet de stichting Bij Leven en Welzijn (BLEW) donderdag weten. BLEW werd in 1983 opgericht voor de bescherming van joden en joodse instellingen. De beveiliging wordt per gemeente beoordeeld.
“Dat er geen concrete dreiging is, zegt overigens maar heel weinig”, aldus een woordvoerder. “Ook bij de aanslagen in Parijs en eerder al in Toulouse was er van tevoren geen concrete dreiging.”
Het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) heeft gemeenten opgeroepen synagogen beter te beveiligen. Dat zou moeten gebeuren door militairen, zoals in België en Frankrijk. Het NIK heeft een standaardverzoek opgesteld. Dat verzoek kunnen joodse gemeenten sturen aan burgemeesters. “Ze vragen het lokaal bevoegde gezag dan om opschaling van de beveiliging”, aldus de woordvoerder van BLEW.
Dat de bewaking van gemeente tot gemeente kan verschillen, noemt hij ‘op zich een voordeel’. “Daardoor kun je maatwerk leveren. Zo zal de dreiging in de Randstad over het algemeen groter zijn dan op het platteland.”
Woensdag liet de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan de gemeenteraad weten dat de beveiliging van synagogen en joodse scholen in de hoofdstad in elk geval tot de zomer op een hoog peil blijft. De beveiliging werd mei vorig jaar opgeschroefd na de aanslag in het Joods Museum in Brussel. Per 1 februari zouden de extra veiligheidsmaatregelen bij joodse instellingen in de stad worden verminderd, maar vanwege de terreurdaden, onlangs in Parijs en België, blijven ze voorlopig van kracht.
Nederland telt circa veertig synagogen en joodse huizen van samenkomst.