De Inspectie Veiligheid en Justitie concludeert in haar rapport 'Ter plaatse', over de opkomsttijden van de brandweer, dat in bijna 70% van de gevallen de brandweer op tijd ter plaatse is. Daarnaast stelt de inspectie dat niet alle veiligheidsregio's regionale dekkingsplannen hebben opgesteld, zoals de wet voorschrijft. Het Veiligheidsberaad onderschrijft de conclusies en aanbevelingen uit het rapport en zal samen met de minister van Veiligheid en Justitie en de regio's ervoor zorgen dat de regionale dekkingsplannen op orde komen.
De huidige wettelijke opkomsttijden, die bepalen dat de brandweer tussen 5 en 18 minuten na een incidentmelding ter plaatse moet zijn, zijn volgens het Veiligheidsberaad en de VNG gebaseerd op verouderde principes. Ze zijn bestuurlijk en operationeel niet realistisch en zorgen niet voor meer veiligheid. Het Veiligheidsberaad en de VNG willen daarom nieuwe eenduidige uitgangspunten formuleren voor de operationele prestaties van de brandweer, en deze voorleggen aan de minister. De Inspectie Veiligheid en Justitie concludeert in haar rapport 'Ter Plaatse', dat aan de Tweede Kamer is aangeboden, eveneens dat opkomsttijden slechts een deel van de totale brandweerzorg uitmaken.
Met de minister is afgesproken dat de opkomsttijden voor de brandweer aan de orde komen in de evaluatie van de Wet veiligheidsregio's.Momenteel wordt de brandweer vooral afgerekend op het halen van de wettelijk vastgelegde opkomsttijden. Goede brandweerzorg vraagt echter om een integrale aanpak van alle brandveiligheidsaspecten. Een rookmelder, kan meer tijdwinst opleveren dan een snellere uitruk van de brandweer. Bij een integrale aanpak valt te denken aan pro actie (ruimtelijke ordening), brandpreventie, zorgen voor een snellere ontdekkingstijd van de brand (rookmelders), vergroten van de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven (branddekens en -blussers), verkorten van de verwerkingstijd van de brandmelding, snellere uitruk- en rijtijd, meer interregionale samenwerking en gebruik van nieuwe technologische ontwikkelingen.