Laatste update: 16 augustus 2016 MSec, RSE, CPP, CSP. Er zijn talloze certificaten en diploma’s op het gebied van security management. Hoe maken security managers – en professionals die naar zo’n functie willen toewerken – een verstandige keuze uit het overweldigende aanbod? Security Management onderzocht de waarde van certificeringen en opleidingen.
Aan de slag als bedrijfsbeveiliger, centralist, of medewerker van een particulier recherchebureau? Dan zijn de opleidingseisen helder. Die staan namelijk beschreven in de regeling bij de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Ook in de Regeling beveiliging nucleaire inrichtingen en splijtstoffen zijn diploma’s vermeld waarover beveiligingsdeskundigen dienen te beschikken. Maar voor security managers ontbreekt een wettelijk kader over het vereiste opleidingsniveau. En dat maakt het aanbod aan certificaten, diploma’s en titels bepaald niet eenvoudig.
Opleidingsaanbod voor de security manager
“In de verschillende functiebeschrijvingen van een hoofd beveiliging bij Nederlandse ministeries zie je het diploma DHM Security Management vermeld. Ook voor een aantal AIVD-functionarissen wordt dat diploma gevraagd”, zegt Bert Duijndam, eigenaar en docent van het DHM Security Instituut. “Want het is natuurlijk de bedoeling dat deze beveiligingsambtenaren kennis hebben van een structurele security-aanpak, inclusief kwaliteitsborging.” De post-hbo opleiding Security Management van het DHM Security Instituut bestaat sinds 1994 en heeft inmiddels zo’n 3000 diploma’s uitgereikt. Professionals die beschikken over het diploma van DHM Security Instituut – en voldoen aan een aantal andere eisen op het gebied van ervaring, deskundigheid en vakkundigheid – kunnen zich laten registreren bij het Register Security Expert (RSE), dat in 1996 is ingesteld door de stichting Security Expert Register Nederland (SERN).
ASIS International Benelux Chapter, dat bekend is van titels zoals CPP, PCI en PSP, signaleert dat ook deze certificaten steeds vaker in functieomschrijvingen opduiken. Erik de Vries, directeur en oprichter van DutchRisk en sinds 2008 voorzitter van ASIS, kan de trend verklaren. “Bij grote organisaties werken nogal eens security managers die zelf zo’n certificaat bezitten – en het vervolgens ook als eis stellen bij inhuur van nieuw personeel.”
Harde eisen voor bepaalde certificaten stelt de overheid niet, vertelt Sentina van der Meer, woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie. “Er zijn zo veel, uiteenlopende opleidingen die relevant zijn voor security managers. Er is geen algemeen beleid bij de ministeries of bij de rijksoverheid over specifieke diploma’s of certificaten. Het is een zaak van werkgevers zelf om te bepalen welke opleidingseisen gesteld worden.”
Wet- en regelgeving
Het DHM Security Instituut pleit al jarenlang voor een wettelijke regeling in Nederland waarmee de spelregels worden vastgelegd van een officiële opleidingsstructuur voor (fysieke) security managers. Duijndam: “Het mooiste zou zijn als het huidige stelsel van bewaken en beveiligen wordt voorzien van een overzichtelijke opleidingsstructuur. Dat hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn: als we vaststellen wat de onderscheiden beroepsvelden, eindtermen en functieprofielen zijn, dan zijn we al klaar. Vervolgens is een wettelijke erkenning van zo’n opleidingsstructuur naar mijn idee wel noodzakelijk. Zodat een werkgever zeker kan weten dat security taken door een officieel erkende professional worden uitgevoerd.”
“Er is al jarenlang een roep om meer duidelijkheid en overzicht, omdat het opleidingenveld zo gefragmenteerd is. En omdat er op het vlak van security management niet of nauwelijks iets wettelijk geregeld is. Dat hiaat is voor een deel ingevuld door ASIS. Dat is een niveau geworden dat wereldwijd erkend wordt”, zegt Erik de Vries. “Wat mij betreft moet de overheid het verder aan de markt overlaten. Wat wel belangrijk is, is dat overheidsinstellingen duidelijk aangeven welke eisen gelden voor het eigen personeel en voor inhuur van externen. Dat is bij beveiligingspersoneel ook zo: de overheid zou alleen zaken moeten doen met beveiligingsorganisaties die beschikken over certificaten of keurmerken met voldoende kwaliteitsborging.”
“Opleidingscertificaten zijn geen voorwaarde voor goed functioneren, en bieden daarvoor ook geen garantie”, nuanceert Michel de Jong, international security manager bij Anthos. “Maar in het kader van kwaliteits- en liability-management vind ik het niet gek dat werkgevers ook objectief willen vaststellen dat een security manager verstand van zaken heeft.” Certificaten helpen daarbij. Maar een wettelijke regeling waarin het vereiste opleidingsniveau in specifieke diploma’s en certificaten wordt uitgewerkt, gaat De Jong te ver. “Het is de verantwoordelijkheid van degenen die security adviseurs aannemen of inhuren om zich te verdiepen in de waarde van de certificaten waarover kandidaten beschikken.”
Joris den Bruinen van The Hague Security Delta (HSD), een Nederlands cluster van bedrijven, overheden en kennisinstellingen dat innovaties en kennisontwikkeling op het gebied van veiligheid stimuleert, ziet een belangrijke rol voor het publieke onderwijsveld, zoals hbo-instellingen. “Daar ligt de echte accreditatiestatus, en de mogelijkheid om te zorgen dat er een erkenning komt voor een volwaardige opleiding. Private partijen, zoals het DHM Security Instituut, kunnen daarin dan onderdelen aanbieden waarop ze goed zijn.”
Security manager en zijn titels
Security managers – en security managers in spe – hebben de keuze uit talloze opleidingen, cursussen, en trainingen, die uiteenlopende diploma’s en certificaten opleveren. Met een duizelingwekkende titulatuur als gevolg. Ervaren security managers hebben soms wel vier titels achter hun naam staan – van MSc, RSE en CPO tot CPP, PCI en CPOI.
Wat is de achtergrond van zo’n reeks aan titels? Deelnemers van opleidingen aan een officieel erkende hbo-instelling of universiteit beschikken – als het traject met goed gevolg is afgerond – over een bachelor- of mastertitel. En met behulp van diploma’s kan – mits wordt voldaan aan de overige eisen – worden toegetreden tot een beroepsregister, zoals van de stichting SERN of het Britse The Security Institute. Zo’n registratie geeft vervolgens het recht een titel te voeren, zoals het persoonsgebonden certificatieschema RSE. Security professionals met langdurige ervaring op managementniveau die hun (bij)scholing serieus nemen, kunnen tijdens hun carrière dus een flinke hoeveelheid titels in de wacht slepen.
Een stapeling van titels is niet voorbehouden aan professionals die hun loopbaan zijn gestart vanuit een opleiding op hbo-niveau. Een beveiliger met een mbo-diploma op zak kan binnen het Nederlandse onderwijsaanbod – aangevuld met praktijkervaring – doorstromen naar hbo- en uiteindelijk post-hbo-opleidingen. Daarmee ligt een indrukwekkende titulatuur in principe voor elke ambitieuze en hardwerkende veiligheidsprofessional onder handbereik.
Titulatuur is belangrijk in de security branche, zo zeggen alle experts die voor dit artikel zijn geïnterviewd. “Iedereen mag zich security consultant noemen”, vat Michel de Jong de meningen samen. “En misschien was een universitaire Master of Science in Security Management tien jaar geleden helemaal toereikend. Maar inmiddels zijn er steeds meer mensen die zo’n titel hebben. Om je te onderscheiden kan je dan baat hebben bij extra certificering.”
De Jong – die de titels MSc., CPP, CFE, FSyI en CSyP mag voeren – ziet ook de duidelijke meerwaarde van een combinatie van internationale opleidingen. “Ik heb de master Security and Risk Management aan de University of Leicester gevolgd. CPP en CFE hebben een meer cursusachtig karakter, terwijl zo’n masteropleiding echt een academische exercitie is; het draait minder om praktische vakkennis en om handvatten voor de dagelijkse praktijk, en meer om wetenschappelijke verdieping van het vak. CPP kent een operationeel karakter en is erg Amerikaans ingestoken. Ik werk veel internationaal en dan is het aardig om naast de Amerikaanse ook de Britse optiek te kennen. In 2002 ben ik fellow (Fsyl) geworden van The Security Institute. En in 2014 ben ik toegelaten tot het register van Chartered Security Professionals (CSyP) van dit Britse instituut. Daarmee ben ik aangesloten op een internationaal netwerk van strategisch opererende security consultants. Bij die functies gaat het niet zozeer om iemand die bepaalde kunstjes beheerst, maar die een gedegen, strategische visie bij cliënten kan poneren.”
Duizelingwekkend opleidingsaanbod
Er lijkt in de securitybranche dan ook eerder een overvloed dan een tekort aan opleidingsmogelijkheden te zijn. Onderzoek dat in 2011 werd uitgevoerd binnen het project Stepping Stones for Safety and Security, een initiatief van de Haagse Hogeschool, ROC Mondriaan en Trigion, onderschrijft dit. De inventarisatie van safety en security gerelateerd onderwijs leverde in totaal meer dan 400 opleidingen op, waarvan de niveaus variëren van mbo-1 tot masterniveau. Het grootste deel daarvan richt zich op mbo’ers. Niet meer dan vijf procent van de onderwijsprogramma’s heeft een universitair niveau. De geïnterviewde deskundigen signaleren een dringende behoefte aan meer duidelijkheid over én structuur in het aanbod van opleidingsmogelijkheden.
Joris den Bruinen van HSD, waarvoor het project Stepping Stones for Safety and Security een duidelijk signaal was, hoort nog altijd dat de markt vraagt om meer overzichtelijkheid. Het project ontwikkelde een visie daarop, die HSD nu uitdraagt. “Wij vinden dat het hele speelveld van onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar kan aansluiten. Daarvoor is kenniscirculatie nodig, en dat gaat verder dan het opleidingenveld: het draait om het samenbrengen van kennis, bedrijvigheid en innovatiekracht. Dit vereist naar mijn mening dat opleidingen integraal, interdisciplinair en internationaal zijn ingevuld. Het vakgebied wordt steeds breder en er wordt steeds meer verwacht van professionals. Alleen met een fysiek beveiligingsplan ben je er niet, ook cybersecurity is nodig. En omdat digitale criminaliteit geen grenzen kent, is ook internationale kennisdeling nodig.”
Overkoepelend kader
Tijdens een rondetafeldiscussie waarvan Security Management in 2009 verslag deed, constateerden de deelnemers uit het onderwijsveld dat in Nederland een overkoepelend kader ontbreekt, waardoor er onvoldoende afstemming plaatsvindt tussen de verschillende securityopleidingen. Een deel van de huidige onduidelijkheid over de waarde van diploma’s, certificaten en titels hangt samen met de sterke variëteit in het opleidingenveld, waarin naast het reguliere onderwijs ruimte is voor een rijkgeschakeerd aanbod van commerciële partijen. Aan hbo’s en universiteiten zijn meer theoretische, generalistische opleidingen te vinden. Doorgaans voorzien commerciële instellingen in de behoefte aan praktijkgerichte, specialistische opleidingen, cursussen en trainingen.
In het hbo-veld is onderlinge afstemming wel degelijk van de grond gekomen, zegt Trijntje van Dijk, initiator en projectleider van de opleiding Security Management van Saxion Hogeschool. “Onze opleiding heeft sturing gegeven aan het Safety & Security Platform Apeldoorn, het landelijke overlegorgaan voor mbo, roc en hbo op het gebied van safety en security.”
De hbo-opleiding Security Management heeft bovendien met weinig concurrentie in het hoger onderwijs te maken. Delft TopTech, School of Executive Education van de TU Delft, startte in 2007 met de eerste academische opleiding in Nederland op het gebied van security: de master Security Science & Management. De opleiding focust op de beveiliging tegen misdaad, fraude en terreur, en richt zich op professionals in industrie, overheid en beveiligings- en adviesorganisaties. Inmiddels is bekend dat de opleiding wordt stopgezet. De TU Delft biedt nog wel de opleiding Management of Safety, Health & Environment.
De hbo-opleiding Security Management is in vol- en deeltijd te volgen bij Saxion Hogeschool, en als schriftelijke leergang bij het LOI. Net als de populaire hbo-studie Integrale Veiligheidskunde (IVK) van Saxion leidt Security Management tot een Bachelor of Business Administration. Inhoudelijk zijn er sterke verschillen, benadrukt Trijntje van Dijk. “De meeste IVK-opleidingen zijn georiënteerd op veiligheid in de publieke ruimte en op functies in de publieke sector. IVK-studenten worden opgeleid tot ‘kundigen’: beleidsmakers of onderzoekers.” Bij de opleiding Security Management, die in 2010 aan Saxion startte en in de zomer van 2015 de eerste lichting afgestudeerden aflevert, is safety bijzaak en is de oriëntatie internationaal. “Er worden cases aangedragen vanuit de vitale infrastructuur. De strategische kant van de opleiding gaat juist over ICT en cybersecurity. De body of knowledge & skills in security is Engels, en zo richten wij ons op de internationale arbeidsmarkt.”
Wirwar certificering
Een van de initiatieven die kan helpen om orde te scheppen in de wirwar van certificeringen en opleidingen, is de doorlopende leerlijn. Die zorgt ervoor dat ambitieuze beveiligers met een mbo-diploma een overzichtelijk onderwijsaanbod voorgeschoteld krijgen, waarmee ze stap voor stap naar hbo- en post-hbo kunnen opklimmen.
“Het project Stepping Stones for Safety and Security heeft het idee van de doorlopende leerlijn vertaald naar verschillende onderwijsniveaus, en gekoppeld aan de opleidingen die daarbij horen”, vertelt Joris den Bruinen. “HSD heeft de afgelopen twee jaar allerlei partijen gemobiliseerd om dit op te pakken. Zodat de lijn praktisch wordt uitgewerkt en er kenniscirculatie wordt georganiseerd.”
Ook Trijntje van Dijk van Saxion erkent het belang van de doorlopende leerlijn, en ziet dat die steeds meer op orde is. “De hbo-opleiding Security Management trekt studenten met allerlei achtergronden: ICT, administratieve, bedrijfskundige, juridische, psychosociale. Dat is een prima basis. Het is fantastisch dat mbo4-leerlingen kunnen doorstromen naar hbo.”
Volgens Den Bruinen is er nog wel een trekker nodig vanuit het publieke onderwijsveld om een kader voor de doorlopende leerlijn te scheppen. “Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de doorlopende leerlijn niet formeel erkend. En er zijn nu veel private opleidingsaanbieders actief. Het post-hbo-diploma DHM Security Management fungeert als een soort standaard. Het is eigenlijk gek dat het hbo dat niet oppikt, want het is zo belangrijk dat onderwijs en arbeidsmarkt aansluiten.” Den Bruinen benadrukt dat HSD hierbij niet als trekker, maar wel als ondersteuner kan fungeren. “We bieden de portal Securitytalent.nl, waarop we stages, vacatures en opleidingen ontsluiten. Het platform biedt informatie over korte en lange opleidingen, van publieke en private aanbieders. Wij ontsluiten informatie en slaan bruggen tussen partijen, maar zijn geen inhoudsexperts en doen geen kwaliteitscheck. En we zijn nog volop bezig met de doorontwikkeling. De partners in ons cluster zien het belang van zo’n community.”
Erik de Vries waarschuwt dat de doorlopende leerlijn in de werkpraktijk de waarde nog moet bewijzen. “De uitdaging is bijvoorbeeld: hoe kunnen IVK’ers in het security vak terecht komen? Want die hebben eerst een ervaringstraject nodig. De praktijk leert dat er bij grote bedrijven een behoorlijk gat zit tussen junior en senior functies. In de meeste organisaties is de security afdeling relatief klein – met veel seniors en weinig juniors. Het carrièrepad voor hbo-afgestudeerden is niet zo vanzelfsprekend als je zou willen.”
Michel de Jong plaatst een andere kanttekening. “Je kunt je afvragen of er echt een standaard leerlijn zou moeten zijn die leidt van het niveau van de mbo-opleiding tot beveiliger naar – bijvoorbeeld – het Britse register voor Chartered Security Professionals. Er zijn mensen die zo’n stap kunnen maken, maar het is natuurlijk niet zo dat als je ergens begint, je automatisch de hele ladder op kunt. Je moet ook over verantwoordelijkheden en ervaringen beschikken om tot de top van de piramide te komen. Die top is niet aan iedereen gegeven, hoe veel je ook studeert.”
Security experts
Er bestaat onder Nederlandse security experts geen consensus over de voor- en nadelen van uiteenlopende certificaten en diploma’s. Vooral over het aanbod van commerciële partijen verschillen de meningen.
Zo wordt van DHM Security Management wel gezegd dat het over een beperkt deel van het security domein gaat, en de afgelopen jaren nauwelijks is doorontwikkeld. Critici van CPP zien het certificaat als (te) Amerikaans en (te) sterk praktijkgericht. En waar de persoonscertificering van RSE populair is bij security professionals bij overheidsorganisaties, zou CPP meer in trek zijn bij internationaal opererende bedrijven.
Bert Duijndam ziet de verschillende certificaten als complementair. “Met een diploma van het DHM Security Instituut en een persoonskeurmerk van de stichting SERN kan je prima door naar bijvoorbeeld CPP. Een internationaal diploma is een must in het buitenlandse zakenleven. En vooral Amerikaanse diploma’s geven aanzien.” Erik de Vries vult aan: “Functies waarvoor CPP als eis wordt gesteld, zijn meestal op senior management niveau. Daarmee verschilt CPP ook wezenlijk van hbo-diploma’s zoals Security Management. Degenen die net een voltijds hbo-opleiding hebben afgerond, zijn meestal te jong en onervaren voor senior managementfuncties.” Toch heeft ook het hbo een belangrijke functie, vindt De Vries. “Hbo-opleidingen zie ik als een positieve ontwikkeling voor de toekomst, omdat daarmee gemotiveerde mensen met een theoretisch stuk bagage de werkvloer op komen. Het security vak was vroeger vooral een second career, je kwam erin terecht als je politie of militair was geweest. Het is goed om dit aan te vullen met jonge mensen die bewust kiezen voor het vak.”
Certificeringsprogramma’s onderscheiden zich bovendien van (kortdurende) cursussen doordat in veel gevallen de eis wordt gesteld dat kennis en vaardigheden worden geactualiseerd. In navolging van de Amerikaanse certificaten wordt hercertificering ook in Nederlandse registeropleidingen steeds belangrijker, signaleert Erik de Vries. Zo biedt het DHM Security Instituut compacte en uitgebreide bijscholingsprogramma’s, en is gestart met de ontwikkeling van een opleiding Securityvalideur.
Trijntje van Dijk ziet binnen de hbo-opleidingensector geen controverse of concurrentie. “Er zijn maar drie types hbo op het gebied van safety en security: Integrale Veiligheidskunde, Security Management en Information Security Management.” Dat het met de kwaliteit van de jonge opleiding Security Management goed zit, blijkt volgens Van Dijk wel uit de samenwerking met New Haven University, een dochteruniversiteit van het Amerikaanse topinstituut Yale. “Er zijn recent afspraken gemaakt over samenwerking op het gebied van onderzoek, uitwisseling van docenten, en uitwisseling van studenten.”
Ook over aansluiting van de studie op de beroepspraktijk is Van Dijk positief. “Inhoudelijk worden we gestuurd door wat de beroepenveldcommissie verwacht van de opleiding. Zo zijn alle praktijkopdrachten niet door ons bedacht, maar ingericht in samenwerking met security managers. Wij voeren in feite uit wat het beroepenveld vraagt.” En omdat het beroepenveld nauw betrokken is geweest bij de inrichting van de hbo-opleiding Security Management, heeft Van Dijk alle vertrouwen in de loopbaankansen van de afgestudeerden. “Een groep security managers uit de vitale infrastructuur – die zich bezighouden met de security van bedrijfsprocessen van gas, water, elektriciteit, chemie, telecom, waardetransport et cetera – heeft een aantal jaren geleden gezegd: de overheid trekt zich steeds meer terug, en als managers worden we steeds meer verantwoordelijk voor de security van bedrijfsprocessen. Saxion heeft samen met deze groep de onderdelen van de opleiding ontwikkeld. Er is toen ook doelmatigheidsonderzoek uitgevoerd, waarin security managers hebben aangegeven dat er behoefte is aan het type professional dat we opleiden. En nu zien we dat studenten een stageplek kunnen vinden, en dat bedrijven tevreden zijn over de aansluiting van de opleiding op de praktijk.”
Commerciële sector
Erik de Vries ziet twee problemen met de hoeveelheid en diversiteit aan certificaten en opleidingen in de commerciële sector. “Er is vaak sprake van een slager die zijn eigen vlees keurt. En het werkt verwarrend voor de markt. Met certificaten als zodanig is niets mis, maar persoonscertificering heeft eigenlijk pas zin als werkgevers er voor bepaalde functies om vragen. Als werkgevers het vak van de security manager serieus nemen en een certificaat vragen dat lang de waarde behoudt, dan is iets dat extern en onafhankelijk beoordeeld is een must. Wat dat betreft helpt de onduidelijkheid over de kwaliteit van cursussen en diploma’s natuurlijk niet mee.”
Trijntje van Dijk benadrukt dat voor hbo-instellingen wel onafhankelijke accreditatie bestaat. “Voordat een nieuwe opleiding kan starten, is er vraag vanuit de branche nodig – en de markt bepaalt het niveau van de eindtermen. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie en het ministerie van onderwijs stellen bij herhaling vast of het curriculum van voldoende niveau is voor formele (her)accreditatie.” Wat betekent dit voor commerciële opleidingsinstanties die het certificaat aan een externe beoordeling willen onderwerpen? Van Dijk ziet twee mogelijkheden. “Iedere cursusaanbieder kan nu een eigen certificaat uitgeven – en dan zijn er twee wegen om een onafhankelijke kwaliteitstoets te krijgen: aansluiten bij geaccrediteerde onderwijsinstellingen of bij de certificeringsschema’s van vakorganisaties. Omdat bedrijven in de security branche vaak in een wereldwijde keten opereren, kan aansluiting bij een internationaal certificeringsprogramma een groot voordeel bieden.”
Joris den Bruinen vindt dat het gehele security onderwijs in Nederland nog wel een verbeterslag kan maken. “Onze onderwijsvisie is kort gezegd: onderwijs moet excellent zijn, en kaders bieden qua inhoud. Daarnaast zien we de waarde van opleidingen die breed en internationaal zijn, die individueel maatwerk toelaten, en die blended learning gebruiken (waarbij een afwisseling is tussen theorie, praktijk en gaming). Tot slot is de relatie met het werkveld belangrijk. Dat kan via docenten en gastsprekers uit het beroepenveld, of stages en leerwerkplekken in de branche.”
Advies deskundige
Welke adviezen hebben deskundigen voor (aankomend) security managers die willen investeren in hun professionalisering en loopbaan? Den Bruinen, die een achtergrond heeft als headhunter, adviseert sollicitanten om niet blindelings te vertrouwen op de waarde van een certificaat. “Een titel kan voor een werkgever een basis zijn om op te selecteren, maar uiteindelijk is een certificaat niet het doorslaggevende element. Er zijn zo veel meer redenen waarom je iemand op een bepaald moment in de organisatie wilt hebben.”
“Het is voor professionals gewoon lastig om een keuze te maken uit het overweldigende aanbod aan opleidingen, cursussen en trainingen”, erkent Bert Duijndam. “Ik adviseer al ruim twintig jaar om achterover te leunen en jezelf af te vragen: wat wil ik, in welke tak van sport, op welk niveau, en tegen welk salaris? Kijk dan welke opleidingen er zijn, wat je daarvoor betaalt, en wat het curriculum biedt. En check of het gaat om opleidingen die zijn gecertificeerd door de Stichting Post Hoger Beroeps Onderwijs Nederland. Als je bij Nuffic aanklopt om een diploma te laten internationaliseren, dan heb je zo’n geregistreerde opleiding echt nodig.”
Ook Erik de Vries benadrukt het belang van onafhankelijke validatie. “Als je kiest voor een opleiding of certificaat, let dan op of de kwaliteit wordt beoordeeld door een externe partij, dus niet de instantie die het certificaat afgeeft. Als er geen onafhankelijk toezichthouder is die de kwaliteit extern bewaakt, dan kan je je serieus afvragen wat de waarde van een certificaat eigenlijk is.” Het kan daarbij handig zijn om hulptroepen in te schakelen. “Zoek een mentor in het vak die je helpt om het kaf van het koren te scheiden en te adviseren over een logisch loopbaanpad.”
Michel de Jong heeft een woord ter relativering. “Ik denk dat er niet één opleiding is die op ieder moment in een loopbaan de ultieme keuze zou zijn. Het is verstandig om je in een opleidingssituatie permanent te oriënteren op de nationale of internationale markt, en om aan te sluiten bij wat op dat moment relevant is voor jou. Een combinatie van opleidingen met verschillende invalshoeken leidt uiteindelijk tot het beste resultaat.”
Geschreven door Lynsey Dubbeld. Zij is freelance journalist.