De zorgen van morgen… In Nederland hebben we doorgaans een acceptabel systeem voor de gezondheidszorg. Vergeleken met andere landen doen we het zelfs goed. Per jaar gaat er in de zorg circa 65 miljard euro om en binnen deze sector zijn bijna 1,2 miljoen mensen werkzaam. Ik ben er één van. Ook verblijven er tienduizenden mensen (patiënten en bewoners) in vele honderden gebouwen van een zorginstelling. Sommigen permanent en velen tijdelijk. Een ieder kent wel iemand die in zo'n verblijfssituatie verkeert of heeft verkeerd. Naast de medische en verpleegkundige zorg is het van groot belang dat er door familie, vrienden of kennissen aandacht wordt gegeven in de vorm van bezoek aan de ‘zieken'.
Als ik alle getallen van aanwezigen in de zorggebouwen 24/7/365 totaliseer, verschijnt er een dubbel cijfer voor de zes nullen. Jaar in, jaar uit. Men krijgt (als patiënt/bewoner) en ontvangt (van verpleegkundig en medisch en overig verzorgend en ondersteunend personeel) zorg. Een mooie manier om voor elkaar te zorgen, en dat morgen en overmorgen en verder.
Agressie en geweld
Maar nu een andere belichting van zorgen voor morgen. En dan bedoel ik de zorgelijke of verontrustende omstandigheden in relatie tot de verblijfsveiligheid. Laat ik twee van deze zorgen, waarmee vele collega's tijdens hun werk te maken krijgen, eens nader omschrijven.
Met enige regelmaat houden de media (bij gebrek aan een collectieve informatiebron uit de instellingen zelf) ons voor dat er weer ergens in de zorgsector een collega agressief is bejegend of zelfs tot bloedens toe in elkaar is geslagen. Niet alleen op een afdeling Spoedeisende Hulp (SEH), maar ook in de ouderenzorg, psychiatrie of gehandicaptenzorg worden personeelsleden geconfronteerd met deze nare aspecten in het werk. Uitgezonderd de voorvallen op de SEH, is het merendeel van voorkomende agressies zogenaamd patiëntgerelateerd ofwel behorend of passend bij het ziektebeeld van de agressor. Een echte oplossing voor dit nog steeds toenemende probleem, ondanks alle fysieke maatregelen of specifieke vaardigheidstrainingen, is er feitelijk nog niet of misschien wel helemaal niet. De getallen van gebeurtenissen en ‘beschadigde' collega's bevestigen dit nog steeds.
Onlangs vroeg een onderzoeker van het ministerie van BZK mij op zoek te gaan naar plekken van agressie in zorggebouwen. Men is bezig met een project zintuigbeïnvloeding. Middels specifiek in te brengen aspecten zoals geur, kleur en geluid wil men onderzoeken of deze aanpak de agressor beïnvloedt en dit ten gunste van onder meer de werkers in de zorg. Ik heb de onderzoeker enkele collegainstituten aanbevolen en ik ben benieuwd naar de resultaten. Verder heb ik een plan ontwikkeld specifiek voor de omgeving van de afdeling SEH (nieuwbouw) in een ziekenhuis. Kort beschreven komt het neer op – naast de aanwezigheid van een bewakingsdienst – het voorzien in cameratoezicht met geluidsoverdracht. Zodra er in een wachtkamer SEH – rondom de inschrijfbalie of op andere strategische punten – agressie jegens de hulpverleners plaatsvindt, verschijnen er via een noodknopbediening door de medewerker SEH naast een alarmmelding meteen op de monitoren in de meldkamer van politie de realtime beelden met geluid van het gebied waar de agressie plaatsvindt. Alles wordt ook nog eens vastgelegd op de harde schijf als bewijslast bij het doen van aangifte.
De succesfactor in gebruik zit hem in het feit dat ondanks de aanwezigheid van camera's in dit gebied de beelden wel worden opgenomen, maar niet permanent worden bekeken. Slechts na het activeren van de alarmknop op de afdeling SEH verschijnen de beelden extern en intern op de schermen.
Brandonveiligheid
Een tweede zorg die ik met u wil delen, is de ‘brandonveiligheid' binnen de zorggebouwen. Ik vind ook dit zeer verontrustend en ik noem het bewust zo, omdat we gemiddeld in ons land elk jaar circa 900 binnenbranden hebben met een variërende (geschatte) schade tussen 16 en 18 miljoen euro in de zorggebouwen. De hierin vele aanwezige patiënten/bewoners/medewerkers hebben vooral 's avonds en 's nachts groot belang bij de op risico's afgestemde organisatorische en materiële brandveiligheidsvoorzieningen. Het aantal dodelijke
slachtoffers bedraagt enkele op jaarbasis, want exacte cijfers zijn over 2009 nog niet bekend. Naar mijn mening kan er op basis van de risicovaststelling brandveiligheid en rekening houdend met de mate van niet-zelfredzaamheid door de bestuurder een keuze worden gemaakt voor een brandveiligheidsniveau. Dit vormt dan het uitgangspunt voor een veilig verblijfsklimaat.
Verontrustend vind ik ook de wijze waarop er invulling wordt gegeven aan de vorm en het aantal vereiste BHV'ers van een goed gestructureerde interne noodorganisatie. Met het op handen zijnde Besluit Basishulpverlening, dat naar verwachting medio 2011 zal kunnen worden ingevoerd, wordt dit hopelijk dwingend geregeld.
In dit kader is het ook relevant te melden dat met het in werking treden van de Wet Veiligheidsregio per 1 oktober 2010 in een besluit de zogenaamde opkomsttijden van de brandweer zijn vastgelegd. Na een brandmelding op de Regionale Alarmcentrale dient een eerste brandweervoertuig gemiddeld tussen de zes en acht minuten ter plaatse te zijn. Ook over dit aspect maak ik mij zorgen. Nu is bekend dat niet in alle gevallen hieraan voldaan zal kunnen worden. We – de zorginstellingen en de regionale brandweren – hebben het
hier nu niet over! Is het ergens halverwege een brandweer kazerne bijbouwen de oplossing, of gaat de zorginstelling over op het invoeren van (nog meer) adequate brandveiligheidsvoorzieningen?
Onder het motto ‘detecteren is leuk, maar blussen is beter' kan er mijns inziens bestuurlijk en gedimensioneerd invulling worden gegeven aan deze verantwoordelijkheid. Bovenal blijft het in stand houden van een brandveilig verblijf een prioriteit van de Raad van Bestuur van de zorginstelling en hier dient dan ook verantwoording over te worden afgelegd, bijvoorbeeld door het verlenen van decharge en dit te vermelden in het jaarverslag van de zorginstelling. De wijze waarop en hoe hiertoe te komen, heb ik beschreven in de ‘Bestuursmethodiek Brandveiligheid in Jeugdzorg en Zorginstellingen'. Dit op verzoek van het ministerie van VWS geschreven boek (mei 2010) is te downloaden op www.brandveiligheidindezorg.nl/ibmz.
Ik wens u hierbij veel leesplezier toe. Probeer gezond te leven en blijf verre weg van een noodzakelijk (horizontaal) verblijf in een zorginstelling. Zeg maar uw manier van zorgen
voor morgen!
Fred Zaaijer is Hoofd IbMZ (Incidentbeheersing Management Zorginstellingen, het joint kenniscentrum securityzorg, veiligheid, incidentbeheersing en integriteit voor de zorgsector). www.brandveiligheidindezorg.nl/ibmz