Recherche
Een dierenarts neemt een goedlopende praktijk over. Na de definitieve verkoop blijken veel klanten vertrokken. Onderzoek toont aan dat het non-concurrentie beding door de verkoper niet was nageleefd.
Een dierenarts had in deze economisch lastige tijden het geluk dat hij een goedlopende praktijk bomvol klanten kon overnemen. Echter toen de daadwerkelijke overname had plaatsgevonden, bleek dat een deel van het personeel dat altijd erg druk was geweest nu duimen zat te draaien. Bij de dierenarts begonnen op dat moment de alarmbellen te rinkelen, waarop hij besloot een recherchebureau in te schakelen om nader onderzoek te doen.
Overstapverzoek
Het onderzoek werd gestart met het doornemen van de klantendossiers. De rechercheurs stuitten daarbij wel heel vaak op de opmerking "X weet er van". Navraag bij de dierenarts leerde dat X het nieuwe bedrijf van de verkopende partij van de praktijk was.
Uit het vervolg van het eerste onderzoek kwam naar voren dat alle klanten van de praktijk na de definitieve verkoop door X waren benaderd met het verzoek mee over te stappen naar het nieuwe bedrijf. En hoewel in de verkoopovereenkomst wel degelijk een non-concurrentie beding was opgenomen, heeft dat de verkopende partij kennelijk niet weerhouden toch zijn oude klanten te benaderen.
Wie stelt bewijst
Op basis van deze onderzoeksbevindingen besloot de dierenarts om de zaak aan een rechter voor te leggen. Echter, wie stelt bewijst. Daarom werd besloten een tweede, uitgebreider onderzoek in te stellen. Daarin werden onder andere gesprekken gevoerd met de diverse klanten. Die toonden zich merendeels bereid te verklaren hoe een en ander na de verkoop was verlopen: de klanten bleken stuk voor stuk door één bepaalde medewerker te zijn benaderd. Deze medewerker werkte na de verkoop nog enige tijd in de praktijk.
De bij de overstapverzoeken betrokken medewerker werkt inmiddels overigens – u raadt het al – wel voor bedrijf X.
Gedegen rapportage
Met een goed doortimmerd en onderbouwd dossier is de dierenarts inmiddels een gerechtelijke procedure begonnen. In eerste behandeling werd duidelijk dat de rechter onder de indruk was van de wijze waarop het onderzoek heeft plaatsgevonden en het bewijs dat werd geleverd.
Kortom: gelijk hebben is één, maar om gelijk te krijgen moet een zaak wel goed worden onderzocht en aan de hand van een gedegen rapportage worden onderbouwd.
René Terwey, directeur VMB security & solutions te Almere (www.vmbrecherche.nl/)