Ook Nederland is doelwit van landen die nepnieuws verspreiden en daarmee proberen verkiezingen of andere interne aangelegenheden te beïnvloeden. Daarvoor waarschuwt het ministerie van Binnenlandse Zaken.
De regering wil overleggen met Facebook en Google om te kijken hoe deze dreiging kan worden tegengegaan.
Nepnieuws kan makkelijk en anoniem verspreid worden
Minister Kajsa Ollongren schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat Nederland een doelwit is. “Nederland staat in het vizier van onder meer Russische inlichtingendiensten”, aldus de minister. De verspreiding van nepnieuws is geen nieuw fenomeen, maar komt wel steeds vaker voor. “Brede verspreiding van desinformatie kan makkelijk, anoniem, snel en goedkoop.”
Nepnieuws over ramp met MH17
Als voorbeeld noemt Ollongren een nepwebsite van de Nederlandse overheid, afkomstig uit Rusland, met daarop desinformatie over de ramp met vlucht MH17. Ook haalt ze de beïnvloeding door Rusland van de Amerikaanse verkiezingen vorig jaar aan.
Nieuwe aftapwet nodig om beïnvloeding van buitenaf te voorkomen
Volgens Ollongren is de voorgenomen Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, waar volgend jaar een referendum over wordt gehouden, “noodzakelijk” om dergelijke beïnvloeding uit het buitenland te bestrijden.
>> Lees ook ‘Bedreigingen nemen toe, weerbaarheid blijft achter’