Het aantal inbraken in woningen is tussen begin september en april met 12 procent gedaald in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. Dat komt door een speciale aanpak, waarbij burgers en bedrijven zelf meer doen aan preventie en de politie extra aandacht heeft voor inbraken.
De politie en minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) zijn tevreden over het zogenoemde Donkere Dagen Offensief, meldden zij woensdag. Ook de eerste 3 maanden van dit jaar zet de daling van het aantal woninginbraken door. Van januari tot en met maart waren er 3000 minder inbraken dan in het eerste kwartaal van 2013.
Doel van het offensief was om overvallen, straatroven en inbraken in de wintermaanden tegen te gaan. Juist deze donkere maanden zijn doorgaans een drukke tijd voor inbrekers, met een piek rond de feestdagen. De politie surveilleert dan extra, vooral op bepaalde tijdstippen en risicovolle plekken, geeft voorlichting over het voorkomen van inbraak en roept mensen op direct 112 te bellen als ze in hun buurt iets verdachts zien.
"Het is mooi om te zien dat de inzet van politie, gemeenten, ondernemers en burgers zijn vruchten afwerpt'', aldus Opstelten. Hij wil dan ook de gezamenlijke aanpak doorzetten de komende jaren. Doel is om in 2017 het aantal woninginbraken met 30 procent te hebben teruggebracht ten opzichte van 2012. Dan gaat het om 65.000 inbraken, waar dat er in 2012 nog ongeveer 91.000 waren. Dit jaar is het streefgetal 83.000 woninginbraken, meldt Justitie.