Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) wil dat wijkagenten straks 80 procent van hun werktijd in hun buurt actief zijn. Uit onderzoek blijkt dat de agenten nu 65 procent van hun tijd in hun wijk doorbrengen. De 'straat' vraagt volgens hem om meer zichtbaarheid en daadkracht van de politie.
De minister presenteerde dinsdag zijn plannen voor de oprichting van een nationale politie. De 25 regionale politiekorpsen en het Korps landelijke politiediensten (KLPD) gaan op in een nationale politie, die is onderverdeeld in tien regionale eenheden en een of meer landelijk werkende eenheden zoals de Nationale Recherche.
Het beheer van de politie komt onder de minister te vallen, die de baas is van een landelijke korpschef. Zaken als ICT, huisvesting, personeel en financiën komen in een landelijke onderdeel. Door concentratie van beheer zouden agenten vaker de straat op kunnen en zijn ze minder tijd kwijt achter het bureau. Er komen 'robuustere' recherche-eenheden die meer zaken aanpakken en er zal meer ruimte moeten komen voor vakmanschap van de politie. Het papierwerk moet met een kwart omlaag. In de zogenoemde overhead gaan banen weg.