Staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) wil met een wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens beelden van bewakingscamera's efficiënter gebruiken om bijvoorbeeld winkeldieven, inbrekers of overvallers op te pakken. Maar er moet voor worden gewaakt dat onschuldige mensen mikpunt worden van verdachtmakingen. Dat staat in een wetsvoorstel dat de hij voor advies naar verschillende instanties heeft gestuurd.
Het voorstel beoogt het gebruik van camerabeelden van particulieren en bedrijven voor opsporingsdoeleinden te verruimen. Het tonen van zulke beelden aan het publiek blijkt de opsporing ten goede te komen. Hoe sneller politie en justitie over zulk materiaal beschikken, des te groter de kans dat criminelen worden aangehouden. Nu is voor dat tonen nog een langdurige en omslachtige procedure nodig.
Teeven vindt dat burgers en bedrijven onder voorwaarden zelf beelden over strafbare feiten op internet mogen zetten. Willekeurige verspreiding van beeldmateriaal kan mensen echter ten onrechte in verband brengen met strafbare feiten of het opsporingsbelang doorkruisen. Daarom moet eerst aangifte gedaan zijn, waarna politie en justitie de beelden kunnen beoordelen en gebruiken. Pas na toestemming van justitie mogen particulieren en bedrijven hun camerabeelden verspreiden. Zo wil de bewindsman het evenwicht bewaren tussen privacybelangen en de belangen van opsporing en vervolging.