52 mensen overleden bij 51 fatale woningbranden in 2014. Wat weten we nog meer over de fatale woningbranden in 2014? Instituut voor Fysieke Veiligheid (IFV) zet ze op een rij. 5 weetjes.
De Brandweeracademie, onderdeel van IFV, verzamelt structureel data over fatale woningbranden in Nederland. Daarbij werkt de Brandweeracademie samen met de bij de betreffende branden betrokken brandweerkorpsen en teams brandonderzoek. Zij leveren aan de hand van een vragenlijst de gegevens over de fatale woningbranden. Onder de 51 fatale woningbranden was er bij 30 branden sprake van een woningbrand, bij 21 branden ging het een woningbrand als gevolg van (zelf)doding. Deze 21 branden zijn niet meegenomen in de analyse.
>> Lees ook 3 brandgevaarlijke mythes
>> Lees ook Een lijstje brandcijfers
-
Roken grootste oorzaak
De meeste fatale woningbranden ontstonden door onvoorzichtig roken (30 procent), onvoorzichtig koken (23 procent) of door kortsluiting/ een defect apparaat (17 procent). Onder deze apparaten vallen onder meer een kookplaatje, stekkerverdeeldoos, videorecorder, wekkerradio of computer.
-
Vaakst brand in woonkamer
37 procent van de woningbranden ontstonden in de woonkamer, 23 procent in de keuken en een vijfde in de slaapkamer. 7 procent van de fatale branden ontstond in een kelderbox of computerkamer.
-
Brand blijft meestal in de ruimte
De meeste branden (64 procent) was bij aankomst van de brandweer beperkt gebleven tot de ruimte waar de brand was ontstaan. Bij bijna één vijfde (17 procent) was de brand beperkt gebleven tot het voorwerp. Meestal bleef de brand beperkt tot waar de brand was na aankomst van de brandweer.
-
50 procent woningbranden in eengezinswoning
In totaal vond de helft van de fatale woningbranden plaats in een eengezinswoning, waaronder rijtjeswoningen. 37 procent vond plaats in een appartement, 10 procent in een chalet of caravan en 3 procent in een kelderbox van een galerijflat. Bij 30 procent van de fatale woningbranden was er sprake van zorgverlening aan huis (aanleuning/ seniorenflat).
-
Bouwmateriaal beïnvloedt brandontwikkeling
Bij 8 fatale woningbranden (27 procent) hadden de bouwmaterialen invloed op de brandontwikkeling. In bijna alle gevallen was er sprake van een combinatie van bouwmaterialen. In 4 gevallen ging het om een houten vloer, bij 3 om een dubbele beglazing, bij 2 om gesloten rolluiken, bij 2 om het type verwarming (gaskachel, cv-installatie met houtkachel), bij 2 om de dakisolatie en bij 1 brand ging het om een defecte elektrische installatie.
Bron: Brandveilig.com