Sinds 1 januari 2019 geldt de Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen, gebaseerd op een Europese richtlijn uit 2016. Deze richtlijn en de implementatie ervan in de EU-landen zijn nodig om nog meer bescherming te kunnen geven aan bedrijfsgeheimen ter bevordering van eerlijke handel binnen Europa. En om innovatie te stimuleren. Dit artikel behandelt de bescherming van bedrijfsgeheimen en hoe u inbreuk van een bedrijfsgeheim kunt tegengaan. Dit kan voor de securitybranche belangrijke nieuwe taken geven.
Marcus Draaisma
Het belangrijkste wat een bedrijf wil beschermen is de (strategische) informatie over producten, ontwikkelde productieprocessen, innovaties, namen van contactpersonen van belangrijke relaties (incl. klanten). Het gaat dan om bedrijfsgeheimen.
Inhoudsopgave:
– Geheimhoudingsbeding
– Verschillende bedingen om bedrijfsgeheimen te beschermen
– Nieuwe Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen
– Definitie
– Wat mag niet?
– Wat mag wel?
– Handhaving bij inbreuk
– Beslag op goederen vorderen
– Bodemprocedure
– Proportionaliteit
– Veroordeling tot betaling alle juridische kosten
– Beveiligingsplan
Geheimhoudingsbeding
Veel bedrijven leggen aan hun werknemers of opdrachtnemers geheimhouding op door middel van een geheimhoudingsbeding. Deze zijn soms zo ruim geformuleerd dat een werknemer zelfs niet over zichzelf, waar hij werkt of wat zijn functie is, mag vertellen. Dus sommige geheimhoudingsbedingen schieten te ver door en kunnen daarom sneuvelen bij een rechter, wanneer hiervan handhaving met boete wordt gevraagd. Dat neemt niet weg dat een werknemer ook dan nog steeds vertrouwelijk met bedrijfsgeheimen moet omgaan op grond van goed werknemerschap, ook bij einde van het dienstverband.
Verschillende bedingen om bedrijfsgeheimen te beschermen
Om een geheimhoudingsbeding echt te kunnen laten werken, wordt vaak een concurrentiebeding, een relatiebeding, een verbod op nevenactiviteitenbeding of een anti-ronselbeding in een arbeidsovereenkomst opgenomen. Met dit soort bedingen is het werkbaar het bedrijfsdebiet (knowhow, specifieke producten, zakelijke relaties van een bedrijf) te beschermen. Een werkgever kan accepteren dat een ex-werknemer bij een concurrent gaat werken. Niet als de ex-werknemer verworven kennis en bedrijfsgeheimen aan zijn nieuwe werkgever doorgeeft, waardoor deze de concurrentiepositie van de nieuwe werkgever versterkt. Of waardoor er een klant verloren wordt. Daarvoor is het concurrentie- en relatiebeding meestal geschreven. En dit geldt ook voor een verbod op nevenactiviteiten: niet tijdens het dienstverband met de bedrijfsgeheimen bijklussen. En met een anti-ronselbeding is het verboden om ex-collega’s met bedrijfsgeheimen te ronselen voor de nieuwe werkgever of voor een inmiddels eigen opgezet bedrijf.
Nieuwe Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen
Of er nu wel of niet een geheimhoudingsbeding is overeengekomen, de Wet Bescherming Bedrijfsgeheimen (WBB) geeft een bedrijf juridische instrumenten om tegen inbreuk van bedrijfsgeheimen in rechte effectief op te treden. Maar niet alle geheimen van een bedrijf krijgen de bescherming van de wet. Daarom definieert de wet wat een bedrijfsgeheim is.
Definitie
Een bedrijfsgeheim is informatie die:
- geheim is door samenstelling en ordening van de bestanddelen niet algemeen bekend of makkelijk toegankelijk is;
- handelswaarde heeft;
- door de eigenaar hiervan met redelijke maatregelen geheim is gehouden, dus goed is afgeschermd.
Vertrouwelijke informatie die niet onder deze definitie valt, zal een werkgever moeten beschermen door middel van het contractuele geheimhoudingsbeding, concurrentiebeding, relatiebeding en anti-ronselbeding. Denk bijvoorbeeld aan vertrouwelijke klantgegevens (contactpersonen) of persoonsgegevens van collega’s, die geen handelswaarde hebben.
Wat mag niet?
Wat niet mag volgens de WBB kan als volgt worden samengevat:
- het onbevoegd toegang verschaffen, kopiëren, toe-eigenen van bedrijfsgeheimen;
- ander gedrag in strijd met eerlijke handelspraktijken;
- het gebruikmaken van iemand anders schending van bedrijfsgeheimen;
- het inbreuk maken op een geheimhoudingsovereenkomst (vaak non-disclosure agreement – NDA genoemd) of andere verplichting tot niet openbaar maken van een bedrijfsgeheim;
- het verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim als men op dat moment weet of gezien de omstandigheden had moeten weten dat het bedrijfsgeheim direct of indirect op een van hiervoor genoemde wijze onrechtmatig wordt gebruikt.
Wat mag wel?
Er is geen sprake van schending van een bedrijfsgeheim in geval van:
- een onafhankelijke ontdekking of onafhankelijk ontwerp;
- observatie, onderzoek, demontage of testen van een product of voorwerp dat ter beschikking van het publiek is gesteld of dat op rechtmatige wijze ter beschikking is gesteld aan diegene die niet verplicht is dit geheim te houden;
- de werknemers of hun vertegenwoordigers recht op informatie of raadpleging hebben, zoals bij medezeggenschap;
- er sprake is van eerlijke handelspraktijken, wat dan in de context van een beweerdelijke schending van een bedrijfsgeheim wel concreet moet worden uitgelegd.
Handhaving bij inbreuk
Handhaving van de bescherming van bedrijfsgeheimen gaat via de rechter. Wanneer er sprake is van schending van een bedrijfsgeheim kan degene die dat treft naar de (kort geding) rechter gaan met een eis tot handhaving van het bedrijfsgeheim, dus met een verbod aan de inbreukmaker. Daarbij kan ook (een voorschot op de) schadevergoeding worden gevorderd.
De rechter wijst vordering om maatregelen tot handhaving of schadevergoeding af in geval:
- van uitoefening van de vrijheid van meningsuiting en onderzoeksjournalistiek;
- geoorloofd klokkenluiden, zoals het onthullen van wangedrag, fouten of illegale activiteiten;
- wanneer openbaarmaking gedaan is voor medezeggenschap, mits dit ook noodzakelijk was.
Aan de (kort geding) rechter wordt gevraagd de inbreukmaker van het bedrijfsgeheim een verbod op te leggen tot gebruik of openbaar maken van het bedrijfsgeheim, dan wel goederen op basis van dit bedrijfsgeheim te produceren en deze in de handel te brengen. Daarbij kan een dwangsom worden opgelegd.
Beslag op goederen vorderen
De houder van het bedrijfsgeheim kan ook aan de rechter vragen verlof te verlenen voor beslag op de goederen die een inbreuk maken op het bedrijfsgeheim. Ook kan hij afgifte van deze goederen vorderen. Bewijsbeslag op bewijs van de inbreuk is daarbij mogelijk.
Bodemprocedure
Naast een kort geding kan gekozen worden voor een bodemprocedure. De bodemrechter kan de inbreukmaker bevelen de inbreukmakende goederen terug te roepen uit de markt en bijvoorbeeld te laten vernietigen. Een terugroep actie mag echter bij het publiek niet zoveel bekendheid met het bedrijfsgeheim veroorzaken, dat daarmee de bescherming van het bedrijfsgeheim verloren gaat.
Al deze maatregelen zullen op kosten van de inbreukmaker worden uitgevoerd.
Proportionaliteit
Omdat de rechter ingrijpende besluiten kan nemen geldt er wel proportionaliteit. De rechter dient te kijken naar de waarde van het bedrijfsgeheim en de maatregelen die zijn genomen om het bedrijfsgeheim te beschermen. De procedure voor de rechter kan op verzoek met gesloten deuren worden gedaan, anders zou het bedrijfsgeheim alsnog op straat komen te liggen. Ook kunnen tijdens de procedure maar enkele personen toegang krijgen tot de bedrijfsgeheimen.
Veroordeling tot betaling alle juridische kosten
Een belangrijke nieuwigheid van de invoering van de WBB is dat de inbreukmaker van de bedrijfsgeheimen kan worden veroordeeld tot alle volledige juridische kosten van de gevoerde gerechtelijke procedures. Net zoals dat mogelijk is bij inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht. Bestrijding van inbreuk mag immers niet tot extra juridische kosten voor het slachtoffer leiden. Een bedrijf kan veel geïnvesteerd hebben in bepaalde data of innovaties en daar mogen niet nog extra juridische kosten bijkomen als iemand deze bedrijfsgeheimen ontfutselt.
Bescherming van bedrijfsgeheimen volgt een samen met het bedrijf op te stellen beveiligingsplan
Beveiligingsplan
Het is goed te beseffen dat strategische informatie, data en innovaties van een bedrijf onder de WBB vallen. Weet ook dat een eigen geheimhoudingsbeding in een arbeidsovereenkomst of een NDA naast de wettelijke bescherming geldt. Dit is van belang voor het innen van boetes die bij schending zijn afgesproken. Het zal nog veel voorkomen dat er toch geen sprake is van een bedrijfsgeheim, omdat de houder hiervan onvoldoende bescherming heeft gegeven aan zijn bedrijsgeheim (zie de criteria voor een bedrijfsgeheim hiervoor). Dit zal in de praktijk vaak de discussie worden bij de rechter. Hier ligt een nieuw terrein voor de afdeling beveiliging van bedrijven of van externe beveiligers: bescherming van bedrijfsgeheimen volgt een samen met het bedrijf op te stellen beveiligingsplan. Dit plan moet dan wel in rechte stand houden. Het is dan goed dit plan juridisch te laten checken.
Marcus Draaisma is advocaat bij Palthe Oberman Advocaten
– Artificial Intelligence: de hype voorbij?
– 5G: kansen en uitdagingen voor veiligheid
– Vers van de pers: Security Management nummer 4
Volg Security Management op LinkedIn