Werkgevers hebben door de coronamaatregelen en de beperkingen die hieruit voortvloeien tal van kopzorgen. Voor overheidswerkgevers komt daar nog een specifieke bij: de beëdiging van ambtenaren. Is online beëdigen een reëel alternatief?
De eed, dat is iets bijzonders. Denk maar aan de eed van Hippocrates die sinds 400 voor Christus – in aangepaste vorm – door artsen wordt afgelegd en de ‘Eed op de Kaatsbaan’ ten tijde van de Franse Revolutie. De beëdiging is een oud instituut en gebeurt nog steeds bij de aanvaarding van een ambt: rechters, volksvertegenwoordigers, bestuurders en staatshoofden leggen deze bijvoorbeeld af. Ook ambtenaren worden beëdigd. De wijze waarop is vastgelegd in de ‘Wet vorm van de eed’ van 1911. Sinds 1916 kan ook de belofte worden afgelegd en sinds 1971 is de keuze hierin vrij.
>> LEES OOK: Beveiligen in de anderhalvemetersamenleving
De eed en belofte zijn plechtige verklaringen, waarin wordt teruggeblikt op de wijze waarop het ambt is verkregen (het zuiveringsdeel) en wordt ingegaan op de toekomstige functievervulling, waaronder de geheimhoudingsplicht. De eed is confessioneel (beroep op God) en de belofte is seculier, maar beide zijn juridisch gelijk. In deze bijdrage gaat het om het afnemen van de eed en de belofte – kortweg de beëdiging – gedurende de coronamaatregelen.
Uitstellen, klein comité of online?
De beëdiging heeft een ceremonieel karakter en wordt vaak gecombineerd met een introductiebijeenkomst. Omdat groepsbijeenkomsten door de coronamaatregelen niet meer zijn toegestaan, hebben veel organisaties de beëdiging uitgesteld. Juridisch is dit meestal geen bezwaar. De wettelijke bepalingen zijn toch onverkort van kracht voor de medewerker en het kan op een later moment worden ingehaald.
Vaak is bepaald dat de beëdiging binnen drie maanden na indiensttreding moet worden afgelegd, dus er is ruimte voor uitstel. Voor kleine organisaties met weinig nieuw te beëdigen medewerkers, zou een ceremonie in klein comité een oplossing kunnen zijn. Maar zeker bij de grotere organisaties met veel nieuwe instroom stuit dit op praktische bezwaren. Maar naarmate de beperkingen langer voortduren ontstaat er toch een ongemak, de eed is er immers niet voor niets. Bovendien hebben veel organisaties in korte tijd leren werken met online vergaderen, dus het is niet vreemd dat de vraag ontstaat of ook de beëdiging online kan plaatsvinden.
Sacrale betekenis
Veranderende omstandigheden creëren een nieuwe werkelijkheid, maar met de beëdiging moet niet lichtzinnig worden omgegaan. Allereerst is het een belangrijk symbolisch moment. De Arabische term voor de eed, kasam wordt in het Hebreeuws bijvoorbeeld gebruikt voor ‘magisch’. Het uitspreken van de bevestigingswoorden bewerkstelligt iets. Het moet daarom op de juiste wijze gebeuren.
Ons recht vindt haar oorsprong bij de Romeinen, waar aan de woorden een sacrale betekenis werden toegekend. Dit uitte zich bijvoorbeeld bij juridische procedures, waarbij een verkeerd woord, een verspreking of stotteren er al toe leidde dat men door een vormfout had verloren.
Een verhaspeling van de tekst maakt deze ongeldig
Ook in ons huidige recht is dit nog aanwezig, zo moeten de aanstaande echtgenoten bij de huwelijksvoltrekking volmondig ‘ja’ zeggen en niet ‘oké’ of ‘goed’. Hetzelfde geldt bij de eed, deze moet correct worden uitgesproken. Een verhaspeling van de tekst maakt deze ongeldig, dan moet deze worden overgedaan. Een regelmatig voorkomend voorbeeld hiervan is ‘Zo helpe mij God allemachtig’, wat een krachtterm is. Toen in 2009 bij de inauguratie van president Obama de opperrechter een zin verhaspelde en Obama dit nazegde moest de beëdiging de volgende dag worden herhaald om zo discussie over de rechtsgeldigheid van het presidentschap te voorkomen.
Hoorbaarheid ten overstaan van collega’s vormt een meerwaarde
Online is het lastiger om na te gaan of de tekst goed is uitgesproken, zeker als de verbinding slecht is. Ook kan de verleiding ontstaan om met een online beëdiging het afleggen hiervan, tussen de bedrijven door, één op één te regelen. Juist de hoorbaarheid voor collega’s – en juridisch ten minste ten overstaan van de werkgever en in aanwezigheid van een getuige – vormt een meerwaarde. De collega conformeert zich hiermee aan de mores van het collectief. Niet voor niets kende het Germaanse recht de eed als een collectieve daad (‘mit gesamten Munde’).
Fysieke houding moet goed zichtbaar zijn
Een ander bezwaar heeft te maken met het fysieke element. Bij de eed moet de rechterhand met de wijs- en middelvinger worden opgestoken (tenzij fysiek niet mogelijk), als verwijzing naar God en (vader)land. Kenmerk daarin is de eerbied voor het figuur van de eed die iemand op dat moment aflegt. Denk ter illustratie maar aan de puber die u vraagt de afwas te doen: de onderuitgezakte ‘jaaaah’ zal u toch minder overtuigen. Bij de beëdiging moet de overtuiging en daarmee dus de fysieke houding goed zichtbaar zijn voor degene die deze afneemt en de getuige.
Juist zo’n beëdiging is een belangrijk bewustwordingsmoment over integriteit
Een laatste belemmering zit in het ceremoniële karakter van de handeling. Die mag niet worden ondergraven door een gebrekkige verbinding of een rommelige schermwisseling. Juist zo’n beëdiging is een belangrijk bewustwordingsmoment over integriteit, waarbij de dialoog tussen de te beëdigen personen en degene die deze afneemt belangrijk is. Niet voor niets wordt de beëdiging vaak afgenomen door een topambtenaar en is de ceremonie vaak gekoppeld aan het introductieprogramma en verzorgt de integriteitscoördinator een bijdrage.
>> Lees ook: Integriteitsbewustzijn, geen ‘check in the box’
Waarborgen bijzondere karakter beëdiging
Ten tijde van de totstandkoming van de ‘Wet vorm van de eed’ in 1911 was natuurlijk niet voorzien dat online vergaderen in 2020 in korte tijd de norm zou worden. Biedt dit mogelijkheden om de beëdiging gedurende de coronamaatregelen anders in te vullen?
Maak van de eed geen formaliteit en ‘moetje’
Hierboven hebben wij uitvoerig beschreven dat het bij de eed en belofte gaat om de betekenis. Maak van de eed geen formaliteit en ‘moetje’. Hecht er belang aan, door er tijd voor vrij te (laten) maken, maar ook selectief te zijn. Een online deelnemer die niet zowel audio als video aan de praat kan krijgen, kan simpelweg niet meedoen. Schuw niet om het daadwerkelijk een ceremonie of rite te laten zijn en daarmee betekenis te geven.
Maak heldere afspraken en benadruk de gezamenlijkheid
Online betekent geen afscheid van details. Staan zal weliswaar via een webcam lastig zijn, maar de woordkeuze, in de camera kijken en de juiste formule zijn van belang. Besteed er daarom expliciet aandacht aan in de voorafgaande sessie. Het voorkomt ook ongemakkelijke momenten. Maak heldere afspraken over het ondertekenen van het formulier.
Benadruk tot slot de gezamenlijkheid. Samenkomen heeft nut; de beëdiging in aanwezigheid van het collectief verhoogt de verbinding met die groep en haar mores. Online is dus mogelijk, maar geen permanente vervanging van de fysieke bijeenkomst.
Mr. Bauke Jonkmans en mr. Johri Maat zijn Integriteitscoördinatoren van respectievelijk de ministeries van EZK/LNV en VWS. Deze bijdrage is op persoonlijke titel.