De regels voor het werken met werknemers en zelfstandigen worden verduidelijkt. Hierdoor weten werkenden en werkgevenden sneller of een klus door een zelfstandige gedaan mag worden of door een werknemer. Nieuw is dat indicaties die wijzen op het zelfstandig ondernemerschap ook stevig mee gaan wegen bij de beoordeling van een arbeidsrelatie.
Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het wetsvoorstel daartoe in internetconsultatie gebracht. Dit voorstel is een van de maatregelen waarmee het kabinet schijnzelfstandigheid wil tegengaan en meer ruimte wil bieden aan ondernemers.
Minister Van Gennip: ‘We hebben de jurisprudentie uitgeplozen en verduidelijkt en een toetsingskader gemaakt. Deze houdt simpel gesteld in: 1. Hoe word je aangestuurd en gecontroleerd? Heb je daar alle vrijheid in of sta je onder leiding van een ander? 2. Doe je werk dat structureel gedaan wordt in een organisatie? Een vaste plek in de organisatie heeft? En doe je hetzelfde werk als en met werknemers? 3. Of werk je juist zelfstandig, voor je eigen rekening en risico? Met deze verduidelijking kunnen werkgevenden en zelfstandigen straks beter uit de voeten. Zonder bij opdrachten een berg jurisprudentie uit te moeten zoeken.’
> LEES OOK: Zzp’er in beveiliging soms tóch werknemer
Gedwongen zelfstandigheid voorkomen
Veel zelfstandigen kiezen bewust voor het ondernemerschap. Zij leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan de economie. Tegelijkertijd is er ook een keerzijde aan de snelle groei van het aantal zelfstandigen. Er is in sommige gevallen sprake van (gedwongen) schijnzelfstandigheid. Of van oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen werkenden onderling en tussen werkgevenden. Ook macro-economisch zijn er zorgen. Als grote groepen werkenden die in feite werknemer zijn, niet meebetalen aan de werknemersverzekeringen (zoals de ww-verzekering), neemt het bereik daarvan af en kan het moeilijker worden om ook kwetsbare werkenden voldoende bescherming te bieden.
> LEES OOK: Directeur VBe NL roept op om te stoppen met regulering
Herstellen van balans
Het kabinet heeft in het voorjaar een breed pakket afspraken gemaakt met de werkgevers- en werknemersorganisaties voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt, waaronder de crisisregeling personeelsbehoud en het reguleren van flexwerk. Inmiddels is hier ook met de Tweede Kamer over gesproken. Een onderdeel van het pakket is het herstellen van de balans in het werken met en als zelfstandige(n).
Het kabinet is langs drie parallelle lijnen aan het werk. Op alle drie de lijnen zijn inmiddels stappen genomen. Het wetsvoorstel dat op 6 oktober in consultatie gaat, is onderdeel van de tweede lijn:
- Het creëren van een gelijker speelveld voor contractvormen van werknemers en zelfstandigen.
- Het verduidelijken van de regels over wanneer als werknemer gewerkt wordt en wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden.
- Het versterken en verbeteren van de handhaving en in voorbereiding op afschaffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025.
Grijs gebied
In de regelgeving bepaalt de manier waarop het werk wordt uitgevoerd (het geheel aan feiten en omstandigheden) of werk door een zelfstandige gedaan mag worden of door een werknemer. In veel gevallen is de huidige wetgeving helder. En is iemand duidelijk werknemer, of kan een klus uitvoeren als zelfstandig ondernemer. Maar bij een kleiner deel van de opdrachten is het lastiger om vast te stellen hoe er gewerkt moet worden. Dit grijze gebied komt voor een deel door de open geformuleerde wetgeving. Deze open wetgeving is met de jaren verder ingevuld door jurisprudentie (gerechtelijke uitspraken) en levert in sommige gevallen een grote hoeveelheid relevante feiten en omstandigheden op die mogelijk van belang kunnen zijn voor de uitkomst. Ook zijn we op onze moderne arbeidsmarkt anders gaan werken, bijvoorbeeld door thuiswerken, of omdat mensen werken via een app. Heeft iemand dan bijvoorbeeld alle vrijheid of bepaalt een algoritme de tarieven en hoe snel iets af moet zijn?
Duidelijkheid over ‘werken in dienst’
Het kabinet heeft daarom besloten de wetgeving rond ‘werken in dienst van’ te verduidelijken. Hiervoor is de jurisprudentie bij elkaar gebracht en gevat in een toetsingskader. Dit maakt het geheel overzichtelijker en beter hanteerbaar. Bedrijven die iemand willen inhuren en werkenden kunnen zich dan op dat toetsingskader richten. Daarbij geven deze hoofdelementen en bijbehorende indicaties niet alleen aan wanneer er sprake is van werknemerschap, maar wegen ook indicaties van ‘eigen rekening en risico’ mee, indicaties van zelfstandigheid. Dit geeft zelfstandigen handvaten om hun werk waar mogelijk vorm te geven binnen de regels. In de Memorie van toelichting zijn negen voorbeeldcasussen te vinden.
Sneller meer zekerheid aan de basis van de arbeidsmarkt
Daarnaast wil het kabinet dat er een rechtsvermoeden komt, gebaseerd op een uurtarief. Dit rechtsvermoeden maakt het voor werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt makkelijker om een arbeidsovereenkomst te claimen bij de werkgever en indien nodig bij de rechter. Als de werkende een beroep doet op het rechtsvermoeden en aannemelijk maakt dat hij minder betaald krijgt dan het geldende uurtarief (nu 32 euro), is het vervolgens aan de werkgevende om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het kabinet verwacht dat hier een preventief effect van uit gaat. Zodat er al bij het aangaan van een arbeidsrelatie kritischer gekeken wordt of er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst of dat het werk door een zelfstandige kan worden gedaan.
Bron: Rijksoverheid
Volg Security Management op LinkedIn