Een willekeurig natuurgebied in Nederland. Veel water, veel groen, veel loslopende honden. Kortom, nauwelijks associaties met zware criminaliteit. Maar toch is die hier volop aanwezig: grootschalige hennepteelt, illegale afvaldumping, agressie en geweld. Goed dus dat dit gebied wordt beveiligd door buitengewoon opsporingsambtenaren, de zogenoemde groene boa’s. Maar hebben die wel de middelen om die criminelen te bestrijden?
TEKST Peter Passenier
We gaan terug naar datzelfde natuurgebied, maar nu ’s nachts. Een groene boa rijdt rond tijdens zijn patrouille en ziet opeens een auto rijden. Let wel: in een gebied waar auto’s niet mogen komen. “Natuurlijk”, zegt Ruud Kuin, “het kan gaan om een verliefd stel dat op zoek is naar een rustig plekje. Maar voor hetzelfde geld rijden hier criminelen die het afval lozen van hun drugslaboratorium. Als je niets doet, is de vogel gevlogen. Maar ga je erop af, loop je grote risico’s, vooral als je niet beschikt over voldoende middelen.”
Dat laatste was voor Kuin tot voor kort een bron van grote ergernis. Hij is voorzitter van de Nederlandse Boabond, die is aangesloten bij de FNV, en de laatste jaren maakte hij zich, samen met Boa ACP en de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht (KNVnN), sterk voor een wetswijziging. “Als je ’s nachts te maken krijgt met beroepscriminelen, kun je daar niet op af gaan met wat tips uit de zelfverdedigingscursus. Dan moet je gewoon beschikken over geweldsmiddelen. En tot voor kort stuitten we hier op de grenzen van de wet.”
> LEES OOK: Gemeente Amsterdam wil tijdelijk korte wapenstok voor boa’s voor gebruik in centrum
Belang van noodzaakcriterium
Want als je boa’s wilt uitrusten met geweldsmiddelen, moet je voldoen aan het noodzaakcriterium. Dat betekent dat het fysieke geweld tegen boa’s regelmatig moet voorkomen, het moet toenemen, en het moet niet op een andere manier zijn te bestrijden. En volgens Kuin zat de angel in dat tweede gedeelte: het geweld moet toenemen. “Want het ironische was: als je boa’s meer middelen geeft, houden mensen vanzelf meer afstand. De dronken jongeren in Amsterdam zullen je van een veilige afstand staan uitschelden, maar je fysiek belagen, dat halen ze wel uit hun hoofd. En die criminelen op het platteland rijden ook liever een eindje om als ze je zien aankomen. Het geweld nam dus af, en daardoor voldeden de boa’s niet langer aan het wettelijke criterium, en moesten ze hun wapenstok of vuurwapen weer inleveren.”
LEES OOK: Richard B. Franken: Toegevoegde waarde boa’s: bewijs geleverd
Maar je hoort: Kuin spreekt in de verleden tijd. Want bovengenoemde angel is dit jaar verwijderd. “In juni 2020 hebben we na vele acties een afspraak afgedwongen met toenmalig minister Grapperhaus. Ook die vond dat boa’s zich moeten kunnen verdedigen, en dat de wet dan niet in de weg mag zitten. En het kan zeker niet zo zijn dat een preventief middel zichzelf ondermijnt, alleen omdat het effectief is. Daarom is er in de maanden daarna een pilot gestart met wapenstokken in tien gemeenten, waaronder Amsterdam.”
Excessief boa-geweld was absoluut niet aan de orde
Wapenstok werkt vooral preventief
Die pilot was een groot succes. “Je zag het effect waar ik het eerder over had”, zegt Kuin. “De wapenstok werkt vooral preventief. Want ervaren relschoppers mogen nog zo dronken zijn, voordat ze je fysiek belagen, zullen ze eerst je lichaam scannen. Heeft die gezagsdrager alleen maar handboeien bij zich of beschikt hij over meer middelen? De wapenstok was dus succesvol om afstand te creëren, en bovendien hoefde hij nauwelijks te worden gebruikt. Dat was ook belangrijk: excessief boa-geweld, waar tegenstanders bang voor waren, was absoluut niet aan de orde.”
Vandaar dat de huidige minister, Dilan Yesilgöz-Zegerius, de wetgeving heeft aangepast. Hoewel… dat wil Kuin liever wat voorzichtiger formuleren. “De minister heeft in juni van dit jaar besloten tot aanpassing van het noodzaakcriterium in de beleidsregels. Als je boa’s wilt voorzien van geweldsmiddelen, hoeft er geen sprake te zijn van fysiek geweld of toename daarvan. Zo’n beleidsregel is prima, want die hoeft niet eerst door de Tweede en Eerste Kamer; die wordt onmiddellijk van kracht. Toch zijn we blij dat de minister ook werkt aan een Algemene Maatregel van Bestuur. Dat heeft wat meer voeten in de aarde, want die moet ter advisering naar de Raad van State en bovendien kan de Tweede Kamer zich ermee bemoeien. Maar het grote voordeel is dat hij niet gemakkelijk kan worden gewijzigd.”

Je moet boa’s middelen geven om veilig en met gezag te kunnen handhaven, ook in natuurgebieden.
Terug naar de gemeentelijke politie
En dat wijzigen is volgens Kuin niet uitgesloten. “Nog steeds hebben we te maken met tegenkrachten, mensen die geweldsmiddelen voor boa’s niet zien zitten. De voornaamste angst: daarmee gaan we terug naar de gemeentelijke politie. Je moet weten: in 2012 is die politie overgegaan op een landelijk model. Dat was niet onlogisch, want om met beperkte middelen en een beperkt aantal medewerkers toch het werk te kunnen doen, moest er veel meer worden samengewerkt. Mensen en middelen moesten worden gebundeld in één organisatie. De opkomst van bewapende boa’s zou dat ondermijnen: daarmee komt de gemeentepolitie door de achterdeur weer naar binnen.”
> LEES OOK: Wordt de boa de nieuwe wijkagent?
Ontkenning van de werkelijkheid
Kuin snapt het argument, maar volgens hem is het een ontkenning van de werkelijkheid. “De politie heeft niet meer de capaciteit om te surveilleren in natuurgebieden. Als de boa’s dat niet doen, doet niemand dat. Dan moet je boa’s ook de middelen geven om dat veilig en met gezag te kunnen doen. De politie is er dan voor de back-up: als het uit de klauwen dreigt te lopen. Dat is hoe het in de praktijk gaat.”
Er bestaat dus nog steeds weerstand. Maar aan de andere kant, meer geweldsmiddelen voor groene boa’s is niet zo omstreden. “Ik was aanwezig bij de hoorzitting hierover in de Tweede Kamer”, zegt Kuin. “Daar vertelden groene boa’s hun verhalen, hoe ze regelmatig geconfronteerd worden met de georganiseerde criminaliteit, zoals een Mexicaans drugslaboratorium in een natuurgebied. En die verhalen maakten indruk, zowel op linkse partijen als op de rechtse. Iedereen was het erover eens: die boa’s moeten voorzien worden van voldoende middelen.”
De politie mist de capaciteit en de kennis
Zelfs de politie is volgens Kuin genuanceerder als het om de groene boa gaat – en hij weet ook waarom. “Daar zijn ze allang blij dat ze die natuurgebieden zelf niet in hoeven. Ze hebben de capaciteit en de kennis niet meer. Je moet rekenen: in de binnensteden zoals Amsterdam kennen ze ieder hoekje en gaatje, en weten ze precies waar ze rottigheid kunnen verwachten, maar die natuurgebieden vormen voor hen een witte vlek. Niet voor de groene boa’s. Die kennen de bewoners, ze kennen de lege loodsen, en ze weten welke criminele activiteiten ze kunnen verwachten. Dus groene boa’s kunnen hun rol prima vervullen. Mits ze daar ook de middelen voor krijgen.”
Peter Passenier is freelance journalist
tel.: 030-4100677.