In Brunssum aan de Prins Hendriklaan staat het BREAAM-gecertificeerde gebouw MIJN, centrum voor medische zorg. Een architectonisch bijzonder gebouw. Maar ook bijzonder, omdat we er naast poliklinische zorg van Zuyderland Medisch Centrum ook de thuiszorg aantreffen van de Meander Groep en zelfstandige zorgprofessionals. Alles onder een dak, wat het realiseren van de toegangscontrole tot een ware uitdaging maakte.
Ongeveer twee jaar geleden werd het gebouw MIJN in Brunssum gerealiseerd. Een zogenaamd anderhalvelijns zorgcentrum, waarin generieke eerstelijns zorg en specialistische tweedelijns zorg worden gecombineerd. De generalistische invalshoek betreft een uitbreiding van de geïntegreerde eerstelijns huisartsenzorg voor met name chronische zieken en ouderen met het accent op coördinatie en continuïteit van zorg met de huisarts in de regierol. De specialistische invalshoek betreft de concentratie van enkelvoudige, planbare specialistische behandeling en zorg. Het principe is one shop stopping voor minder complexe specialistische behandelingen, zoals in een zelfstandige spataderkliniek onder leiding van een medisch specialist.
Toegangscontrole dient rekening te houden met BREAAM
MIJN heeft een BREAAM-duurzaamheidscertificaat. Gebouwveiligheid is een van de criteria die hierin meegenomen wordt. Bij het realiseren van een goede toegangscontrole, dient dan ook met de eisen vanuit BREAAM rekening gehouden te worden. Rob Janssen, planvoorbereider bij Bouwbedrijven Jongen en betrokken vanaf het casco tot de realisatie van het gebouw: ¨Bij BREAAM wordt een gecertificeerd veiligheidsadviseur ingeschakeld. DGMR heeft het gebouw beoordeeld op Bouwkundige, Organisatorische en Elektronische maatregelen in relatie tot gebouwbeveiliging. Die adviseur kijkt bijvoorbeeld naar waar de personeels- en bezoekerstoegangen zich bevinden en geeft vervolgens een advies hoe deze te scheiden. Dit wordt vertaald in een preventieadvies.¨
Naast BREAAM moest ook rekening gehouden worden met de functie-eisen vanuit het Bouwbesluit. Met name daar waar het gaat over brandveiligheid. ¨Maar dit was niet alles¨, vervolgt Janssen. ¨De verschillende huurders/gebruikers hadden verschillende eisen als het ging om het toegangscontrolesysteem. Het was een uitdaging om deze op een lijn te krijgen.¨
Janssen werkte in het project nauw samen met Roel Graven, mede-eigenaar van AMA-Groep architecten, en de ontwerper van het gebouw. Ook voor Graven was het project een uitdaging. Hij beaamt wat Janssen zegt over de verschillende eisen en vult aan: ¨Architectonisch is het spanningsveld dat de verschillende gebruikerseisen conflicterend kunnen zijn voor de openheid en toegankelijkheid van een gebouw. Dus ook dit hebben we meegenomen in onze afwegingen.¨
Gebouwveiligheid is één van de criteria binnen BREAAM
Willen we een sleutel of een pasje voor het toegangscontrolesysteem?
Op de vraag hoe Janssen en Graven het project vervolgens zijn ingegaan, antwoordt de planvoorbereider: ¨Heel simpel, we zijn begonnen met het inkleuren van wie welke zone is. Vervolgens hebben we met de verschillende gebruikers gesprekken gevoerd, waarin we ze hebben gevraagd wat ze wilden: een sleutel of een pasje? Of ze een bepaalde voorkeur of eis hadden voor een toegangscontrolesysteem? Op basis daarvan hebben we een Programma van Eisen (PvE) opgesteld en zijn we vervolgens met onderaannemers gaan overleggen over de exacte technische inrichting.¨
Toegangscontrole is meer dan een tag en een lezer
Graven vult aan: ¨Kaartlezers moeten fysiek ergens in het gebouw gemonteerd worden. Maar welk type en waar worden ze ingebouwd? Uiteindelijk zijn het slanke lezers geworden, deels geplaatst op de kozijnen en de wanden. Ze vallen nauwelijks op. En dat was de bedoeling.¨ Ook over de plek op het kozijn of de wand is nagedacht. ¨Mensen moeten er gemakkelijk bij kunnen. Ook mindervaliden. En zodanig, dat de tag in het borstzakje reageert op de lezer. Daarnaast hebben we gekozen voor plekken, waar de lezer de minste beschadiging oploopt. Denk aan personeel met karretjes die regelmatig een deur passeren.¨
Automatische deuropeners en sensoren ten behoeve van toegang voor bezoekers zijn onderdelen van de toegangscontrole, waar een architect ook qua design en gebruikersgemak goed naar kijkt. ¨Voor ons is toegangscontrole meer dan een tag en een lezer¨, zegt Graven. ¨Zijn de mensen binnen, dan moeten ze ook daar hun weg kunnen vinden. Dit heeft onder andere met kleurstelling te maken. Bewegwijzering in het gebouw is hierbij een belangrijke aanvulling.¨
De keuze viel op twee toegangscontrolesystemen
De hoofdgebruikers wilden regie houden op eigen toegangscontrole
Uiteindelijk viel de keuze op twee toegangscontrolesystemen: één voor Meander en één voor Zuyderland. Enkele kleine huurders liften mee met Meander, of gebruiken in plaats van een van de tags de ´gewone sleutel´. Janssen: ¨Met name de twee hoofdgebruikers willen de regie houden over hun eigen toegangscontrole, om zodoende op alle eigen locaties gebruik te maken van één centrale database voor het verlenen van toegang. Elke partij is nu dan ook zelf verantwoordelijk voor de toegangsrechten van MIJN en bepaalt wie toegang heeft tot welk deel van het centrum.¨
Een andere optie zou kunnen zijn om de verschillende databases aan elkaar te koppelen. Maar uit ervaring weet Janssen dat het naderhand aanbrengen van wijzigingen in een gekoppeld systeem niet altijd goed verloopt. En wat als een van de gebruikers besluit op een ander systeem over te gaan? “Of stel dat er een storing is”, vervolgt Janssen. “Wie voert dan de regie? Het ´ongemak´ van twee kaartlezers bij de slagboom weegt hier niet tegenop. De medewerker moet alleen de juiste kiezen. Eenmaal in het gebouw, merkt hij niets meer van de verschillende systemen. Werkt hij voor Meander, dan gaat hij naar de ene kant van het gebouw. De medewerker van Zuyderland naar de andere.¨
Graven vult aan: ¨De bezoeker komt overdag ‘vrij´ het gebouw binnen. De mensen bij de ontvangstbalie of de hostessen vertellen waar zij heen moeten voor hun afspraak. In de avond is het gebouw gesloten. Heeft de bezoeker een afspraak, dan doet de zorgprofessional voor wie hij komt zelf de deur open.¨
Twee toegangscontrolesystemen inrichten vereist goed voorwerk
Het inrichten van twee toegangscontrolesystemen vereist goed voorwerk en planning. Janssen. ¨De installateur heeft bijvoorbeeld heel wat kabelwegen moeten aanleggen, grotendeels boven de plafonds, maar ook geïntegreerd in toegangspuien. Kortom, afstemming met de gebruikers, met de architect en met de onderaannemers is van groot belang. Met name een goede uitleg van het PvE helpt hierbij. Vervolgens komen zij dan wel met technische oplossingen, of ze zeggen wat niet werkt. Deze werkwijze heeft bij het project MIJN geresulteerd in een goed functionerend toegangscontrolesysteem, dat voldoet aan BREAAM, aan het Bouwbesluit en aan de wensen van de gebruikers. Bovendien is het architectonisch ook nog eens mooi verwerkt.¨