Op 4 april benoemde de algemene ledenvergadering van de Nederlandse Veiligheidsbranche Ard van der Steur tot voorzitter, als opvolger van Laetitia Griffith. Security Management sprak met hem over zijn passie voor het thema veiligheid, het belang van publiek-private samenwerking en de uitdagingen waarvoor de beveiligingsbranche staat. “Het beveiligingsvak is veel ingewikkelder dan de meeste mensen denken.”
Arjen de Kort
Ard van der Steur (1969) werkte na zijn studie als advocaat. Van 2010 tot 2015 was hij namens de VVD lid van de Tweede Kamer, onder andere als woordvoerder voor veiligheid en justitie. Van 2015 tot 2017 was Van der Steur minister van Veiligheid en Justitie. Na zijn aftreden ging hij aan de slag als directeur van een advocatenkantoor. Sinds 4 april jl. is hij voorzitter van de Nederlandse Veiligheidsbranche.
Op de vraag waarom de brancheorganisatie bij hem uitkwam in de zoektocht naar een nieuwe voorzitter reageert Van der Steur in eerste instantie terughoudend. “Die vraag zou eigenlijk aan het bestuur van de Nederlandse Veiligheidsbranche moeten worden gesteld.” Toch is hij bereid de overwegingen van het bestuur in te vullen. “Ik denk dat ze wisten van mijn bijzondere interesse in de veiligheid van Nederland en van mijn mening dat de particuliere beveiligingsbranche daaraan een belangrijke bijdrage levert.”
En uw netwerk zal ongetwijfeld ook van belang zijn geweest?
“Mijn ervaring tot nu toe is dat de gesprekken die ik voer voor een belangrijk deel zijn met mensen die ik al heb leren kennen in mijn vorige functies als lid van de Tweede Kamer en als minister van Veiligheid en Justitie. Of deuren makkelijker open gaan kan ik niet zeggen, maar ik vind het bijzonder prettig die mensen langs deze weg weer te ontmoeten.”
Waarom bent u ingegaan op het verzoek van de Nederlandse Veiligheidsbranche?
“Vooral omdat ik heel graag weer betrokken wil zijn bij de veiligheid van Nederland. Als minister heb ik daarvoor twee jaar de verantwoordelijkheid gedragen en ook als Kamerlid heb ik daaraan een bijdrage geleverd. Ik vind het een van de meest relevante thema’s die we in onze samenleving hebben.”
Wat is veiligheid voor u?
“Veiligheid is voor mij dat we leven in een land waarin iedereen kan doen en laten wat hij wil, waarin mensen beschermd worden tegen criminelen en waar je veilig over straat kunt gaan, veilig je werk kunt doen, veilig plezier kunt hebben, zonder dat je daarbij hoeft te vrezen voor je lijf en goed.”
Welke rol speelt de particuliere beveiligingsbranche hierbij?
“Veilig werken betekent bijvoorbeeld ook dat de locatie waar je werkt, beveiligd moet zijn. Het is meestal de particuliere beveiliging die dat doet. Of kijk naar alle evenementen die er tegenwoordig zijn, ook daar zijn het beveiligers die ervoor zorgen dat je veilig plezier kunt maken. Of neem Schiphol en de gevangenissen, eigenlijk is er geen plek te bedenken waar particuliere beveiliging niet een rol speelt.”
Beveiligers doen met een enorme betrokkenheid en passie hun werk
Als minister had u al met de branche te maken. Heeft u uw beeld van de branche inmiddels moeten bijstellen?
“In het beeld dat ik had, vormde de beveiligingsbranche een essentieel onderdeel van het totaalconcept veiligheid. Dat beeld heb ik de afgelopen maanden kunnen aanscherpen. Als voorzitter heb ik namelijk de gelegenheid gekregen en ook aangegrepen om veel werkbezoeken te doen. Daarbij is mij een aantal zaken opgevallen. Allereerst dat het beveiligingsvak veel ingewikkelder is dan de meeste mensen denken. Bovendien is de professionaliteit van de beveiligers veel hoger dan gedacht. En wat mij in heel positieve zin is opgevallen, is dat beveiligers met een enorme betrokkenheid en passie hun werk doen. Zelf heb ik dat ook mogen ervaren, bijvoorbeeld tijdens de tweedaagse spottersopleiding en een training winkelcriminaliteit. Dan zie je dat beveiligers met beperkte middelen hun taak en opdracht moeten vervullen. Dat vind ik echt indrukwekkend en daardoor heb ik nog meer bewondering gekregen voor het vak. Tegelijkertijd denk ik dat dit in de samenleving nog niet zo wordt ervaren.”
Wat zou de Nederlandse Veiligheidsbranche hieraan kunnen doen?
“Onze mogelijkheden zijn beperkt. Maar daar waar wij kunnen, zullen we zeker bijdragen aan de verbetering van het imago van beveiligers. We denken momenteel bijvoorbeeld na over een arbeidsmarktcampagne, waarvan dit zeker onderdeel zal zijn.”
Hoe staat de beveiligingsbranche er momenteel voor?
“Het gaat financieel-economisch weer goed met de branche. We zijn de recessie echt te boven. En ik zie de komende jaren positief tegemoet, vooral ook omdat er een vijfjarige cao ligt die veel rust geeft in de markt. Verder zien we dat in openbare aanbestedingen steeds meer de nadruk wordt gelegd op kwaliteit en minder op prijs. Dat is een positieve ontwikkeling die wat mij betreft de komende tijd verder mag worden doorgetrokken. Maar er zijn ook uitdagingen, waarvan de krapte op de arbeidsmarkt de grootste is. Wij maken ons zorgen hierover en daarom zijn we al in gesprek met andere partijen in de sector Veiligheid, zoals de politie en de Koninklijke Marechaussee. We bespreken met hen hoe we elkaar kunnen helpen bij het vinden van goede mensen. Samenwerking op dit dossier is erg belangrijk.”
Wat zijn uw ambities als voorzitter?
“Allereerst het zoeken naar oplossingen voor praktische problemen waar onze leden tegenaan lopen. Problemen die bijvoorbeeld voortkomen vanuit de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus (WPBR). Deze is inmiddels dertig jaar oud, maar de markt is in die tijd drastisch veranderd. Een eenvoudig voorbeeld is de passenproblematiek die zowel voor werkgevers als voor beveiligers erg onpraktisch is. Modernisering van de WPBR is daarom noodzakelijk en dat hebben we inmiddels met de minister besproken. Maar ook toekomstbestendig opleiden heeft mijn bijzondere aandacht. Een voorbeeld daarvan is de actualisatie van het kwalificatiedossier, waarbij onze inzet is dat de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt optimaal is. Verder kijken we naar permanente opleiding, want onze mensen moeten ook vakbekwaam zijn naar de toekomst.”
Het menselijke oog en brein blijven een enorm belangrijke rol spelen
Wat vraagt de toekomst van beveiligers?
“Een nog verdere integratie van mens en techniek. De beveiliger van de toekomst moet met hoogwaardige techniek kunnen werken. Tegelijkertijd blijft de menselijke factor natuurlijk essentieel; het menselijke oog en brein blijven een enorm belangrijke rol spelen.”
Het is ook uw ambitie om bij opdrachtgevers meer aandacht voor kwaliteit te krijgen. Hoe gaat u dat doen?
“Ik wil absoluut een bijdrage leveren aan het bewustwordingsproces van opdrachtgevers dat het in beveiliging gaat om de kwaliteit. En die is gekoppeld aan ons Keurmerk Beveiliging. Als opdrachtgever moet je weten dat als je zaken doet met een Keurmerkbedrijf, dat dat een bedrijf is dat zijn afspraken nakomt, goed voor zijn personeel zorgt, enzovoort. Dat zijn essentialia, waarnaar je als opdrachtgever zou moeten kijken. Het is mijn taak als voorzitter ervoor te zorgen dat bij opdrachtgevers tussen de oren komt dat kwaliteit belangrijker is dan prijs.”
Maar aan de andere kant beconcurreren uw leden elkaar nog regelmatig eerder op prijs dan op kwaliteit. Hoe kijkt u naar dit heikele punt?
“Daar kan ik als voorzitter van de Nederlandse Veiligheidsbranche niet veel over zeggen. Om de simpele reden dat het gaat om onafhankelijke bedrijven die elkaar mogen en moeten beconcurreren op elke wijze waarvan zijzelf vinden dat die wenselijk is, als ze maar wel conform de gedragscode van de vereniging handelen. En natuurlijk binnen de mededingingswetgeving. Daar zijn wij heel kritisch op.”
Hoe belangrijk is publiek-private samenwerking voor de branche?
“Er wordt door onze leden veel samengewerkt met de politie, met de Dienst Justitiële Inrichtingen, met de Rijksbeveiligingsorganisatie, met de autoriteiten op Schiphol, met gemeenten en soms ook met provincies. Die samenwerking is essentieel en volgens mij wordt er vanuit de overheid heel positief naar gekeken. Iedereen weet wat je aan de beveiligingsbranche hebt en waar je beveiligingsbedrijven voor kunt inzetten. Er is ook veel waardering voor de manier waarop beveiligers met beperkte middelen enorm goede resultaten weten te boeken. Op dit punt zie je dat de beveiligingsbranche zeer serieus wordt genomen.”
Beveiligers beschikken inderdaad over beperkte middelen. Hoe kijkt de Nederlandse Veiligheidsbranche naar de recente discussie over meer verdedigingsmiddelen voor boa’s?
“De Nederlandse Veiligheidsbranche heeft daarover een duidelijk standpunt: het geweldsmonopolie hoort bij de overheid en dat hoort daar ook te blijven. Ik begrijp de discussie over pepperspray en wapenstok heel goed, maar die medaille heeft ook een keerzijde. Geweldsmiddelen kunnen ook meer geweld uitlokken. Daarom zijn wij daar zeer terughoudend in.”
Hoe kijkt u naar de huidige samenwerking tussen de verschillende brancheverenigingen?
“Ik hecht grote waarde aan de samenwerking zoals we die momenteel hebben. Gezamenlijk kunnen nog veel meer resultaten worden behaald”
Waar staat de Nederlands Veiligheidsbranche na uw eerste termijn?
“De Nederlandse Veiligheidsbranche is dan net als nu een krachtige organisatie die de belangen van de aangesloten bedrijven – zowel de grote als de kleine – zeer goed behartigt, die borg staat voor goede opleidingen voor de mensen die in de branche werken, die zorgt voor goede samenwerking tussen de publieke en de private sector, en die midden in de samenleving staat.”
– Winkelbeveiliger in burger zorgt voor spanningen
– Laetitia Griffith neemt afscheid van de Nederlandse Veiligheidsbranche
– Nieuwe cao particuliere beveiliging: realiteitscheck
Neem nu een gratis abonnement op de nieuwsbrief van Security en ontvang elke donderdagochtend relevante berichten en artikelen via de mail. Mis het niet!