Een verkoopster heeft gedurende anderhalf jaar spullen meegenomen zonder te betalen. De rechter acht het ontslag op staande voet terecht gegeven.
Een vrouw werkt sinds 1984 bij de Hema als verkoopmedewerkster. Zij wordt op 9 augustus 2018 op staande voet ontslagen, omdat zij goederen heeft meegenomen. De vrouw vraagt de kantonrechter het ontslag te vernietigen, omdat geen sprake is van een dringende reden. Zij erkent spullen te hebben meegenomen zonder betalen, maar Hema had rekening moeten houden met haar persoonlijke omstandigheden en had kunnen volstaan met een waarschuwing.
Bij ontslag op staande voet moet sprake zijn van een dringende reden
Oordeel kantonrechter
Volgens wettelijke regels moet bij ontslag op staande voet sprake zijn van een dringende reden (artikel 7:677 lid 1 BW). Dat kan zijn diefstal of verduistering, waardoor het vertrouwen wordt geschaad. De vrouw heeft erkend dat zij anderhalf jaar lang spullen heeft meegenomen zonder te betalen, met een waarde van ongeveer 6000 euro.
Dat is volgens de rechter – mede gezien de lange duur en de grote schaal – zo ernstig dat dit een dringende reden oplevert voor ontslag op staande voet. Zeker omdat de huisregels aangeven dat diefstal en fraude in principe tot ontslag leiden. Zij kende deze huisregels, heeft die ondertekend en dit bevestigd in een functioneringsgesprek. Maar ook zonder kennis van de huisregels had zij kunnen weten dat diefstal reden voor ontslag zou kunnen zijn.
Persoonlijke omstandigheden leggen geen gewicht in de schaal
Haar persoonlijke omstandigheden wegen niet op tegen de aard en de ernst van de dringende reden. De door haar beweerde financiële problemen zijn nauwelijks toegelicht, maar kunnen het wegnemen van goederen niet rechtvaardigen. Haar depressieve klachten zijn pas na het ontslag ontstaan en er waren geen psychische problemen die een verklaring geven voor haar gedrag.
Ernstig verwijtbaar handelen: geen transitievergoeding
Weliswaar zijn de gevolgen van het ontslag ingrijpend, maar dat hoeft voor Hema geen reden te zijn haar in dienst te houden. De vrouw heeft een verklaring ondertekend, waarin zij erkent dat goederen zijn weggenomen met een totale waarde van 6000 euro. Zij wil dat de verklaring ongeldig wordt verklaard, omdat die onder druk zou zijn ondertekend. De rechter gaat daar niet in mee, omdat de werkneemster het bedrag op de zitting heeft toegegeven. Het ontslag is terecht gegeven. Wegens ernstig verwijtbaar handelen komt de werkneemster ook niet in aanmerking voor een transitievergoeding.
Aantekening
Dat de werkneemster de verklaring van tafel wil hebben is begrijpelijk. Met dit document heeft de werkgever immers een eenvoudige mogelijkheid om het bedrag alsnog van de ex-werkneemster te vorderen. Dat zal niet bevorderlijk zijn voor haar depressieve klachten.
Bron: Kantonrechter Zaanstad, 29 november 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:10490

Mr. ing. R.O.B. Poort is jurist en veiligheidskundige www.bureaupoort.nl
> Klik hier voor meer blogs van Rob Poort