In een serie blogs geeft securityconsultant Fred Stolwijk zijn mening over de staat van bouwkundige beveiliging in Nederland. In #1 liet hij zich kritisch uit over de BORG-regeling en het PKVW, waarna hij in #2 reageerde op de kritiek die hij hierop ontving en zijn stelling verder onderbouwde. In deze derde en laatste blog geeft hij in een aantal hoofdlijnen aan hoe inbraakwering (indien in de juiste verhouding tussen bouwkundig en elektronisch) volgens hem zinvol wordt.
In een bedrijfspand moet beveiliging tegen diefstal door middel van braak aan de volgende ‘ijzeren’ stelregel voldoen: bij aanvang van de inbraak wordt er gedetecteerd. Let wel, dit is dus nadat de inbreker in het bedrijfspand is binnengekomen. Detectie wordt doorgeleid naar de PAC, de melding wordt daar geïnterpreteerd, en de alarmopvolger wordt ter plaatse gestuurd. Het is nu van belang dat de dader meer tijd nodig heeft om ‘de buit’ te bereiken en weg te nemen dan dat het de alarmopvolger aan tijd kost om ter plaatse te verschijnen. Dit concept gaat 99 van de 100 keer probleemloos op.
In uitzonderingsgevallen moet het anders. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld een geldtelcentrale, sommige musea of een dierproeflaboratorium. Dus panden waarin je onder geen enkele voorwaarde onbevoegden binnen wilt hebben.
Dit betekent dat er in het pand een sterke fysieke wering moet zijn, die tussen de dader en het te beschermen goed of geld staat. We noemen dit ‘compartimenteren’. De aanval op die wering moet langer stand houden dan de alarmopvolgingstijd is. En natuurlijk worden er beeldopnamen gemaakt waar de politie voor de verandering wel iets aan heeft. Zonder enige uitzondering moet er in een bedrijfspand worden gecompartimenteerd. Dat kan zijn door een stalen kast, kastje of kluis te plaatsen. Het kan ook door een bepaalde ruimte die niet aan een buitenmuur grenst als compartiment te laten uitvoeren. Steek dus geen geld in een poging daders door middel van fysieke wering buiten het pand te houden, want dat gaat met zekerheid niet lukken. Het kost alleen maar veel geld, het is schade verhogend en zinloos.
Enkele voorbeelden van juiste maatregelen:
- Speelgoedwinkels stopten de computerspelletjes in inbraakwerende stalen kasten die bij de kassa werden neergezet. Inbreken in de winkel was geen probleem, maar er werd bij inbraak wel direct gedetecteerd en doorgemeld. De kasten openbreken duurde langer dan de alarmopvolger ter plaatse laten komen. Resultaat: geen diefstal door braak. Men begreep waarvoor de daders zouden inbreken en de daders zagen overdag, als zij even de winkel binnenliepen, dat het teveel tijd zou kosten om voor de alarmopvolger weg te zijn. Ook zij begrepen het.
- Telefoonwinkels doen nog steeds precies hetzelfde. Resultaat: geen inbraken.
- Verstandige juweliers doen ook precies hetzelfde, zij het in een sterkere kluis. Resultaat: geen inbraken.
- Een opticien kan een oogmeetruimte (met kostbare apparatuur) als afsluitbaar compartiment laten uitvoeren en er na sluitingstijd ook de kostbaarste monturen en zonnebrillen in zetten. Een kwestie van organiseren.
Met de beveiligingsmaatregelen in een woning worden ook fouten gemaakt. Ik noem er enkele:
- Er wordt ruimtelijke detectie geprojecteerd, dus je hebt er weinig tot niets aan als je thuis bent en een inbreker wordt pas gesignaleerd als hij al binnen staat. Bij een bedrijfspand moet dat wel, maar bij een woning juist niet.
- Slagvast glas dat los in de sponning wordt gezet.
- Glaslatten aan de binnenzijde, die dus met 1 gerichte hamerslag op het glas of, bij kunststof op het blinde paneel, uit de sponning worden geslagen. Het plaatsen van slagvast glas maakt in zo’n geval de inbraak eenvoudiger, sneller en geruislozer.
- Verstelbare sluitkommen van Zamak in plaats van niet verstelbare uit staal. Alleen met een goede sluitkom heb je iets aan een goed slot. Dus wat je er ook voor slot en goed beslag in zet, de weerstand tegen inbreken vervalt met een Zamak sluitkom.
Hoe zou het volgens mij dan wel moeten?
Denk bijvoorbeeld aan de volgende maatregelen:
- Detectie in de periferie, zodat een dader gesignaleerd wordt als bij begint met inbreken. Je kunt dan ook als je thuis bent het systeem inschakelen en vrij door het huis lopen. Huisdieren en dergelijke hebben geen invloed. Wel de juiste nemen, met een separate analyser per melder.
- Slagvast glas moet rondom worden verlijmd. Het glas los in de sponning zetten wordt ‘opgedragen’ door de glasleverancier, want als je het vastzet geeft hij geen garantie. Mijn advies: kies een glasleverancier uit die het wel wil vastzetten.
- Glaslatten moet je, in het kader van inbraakwerendheid, juist niet aan de binnenzijde maar aan de buitenzijde plaatsen en uiteraard ook verlijmen. Als er dan tegen het glas geslagen of geramd wordt, houdt de sponning het glas op zijn plaats. Glaslatten aan de binnenzijde schieten in zo’n geval meteen los.
- Sluitkommen mogen uitsluitend en alleen in een stalen uitvoering worden toegepast. Zamak is een ‘armoedige’ metaallegering die smelt bij 400 graden Celsius en het biedt, bij dunne oppervlakken zoals de wanden van een sluitkom, nauwelijks weerstand tegen wegbreken met een schroevendraaier. De Zamak sluitkom wordt tenslotte nog slechter gemaakt door er teveel ruimte in te laten opdat hij kan worden nagesteld.
Luister ook eens naar mensen die kritisch zijn op de huidige regelingen
Mijn serie kritische blogs zou ik willen afsluiten met een oproep aan alle betrokkenen in zowel het elektronische als bouwkundige beveiligingsdomein: luister ook eens naar mensen die kritisch zijn op de huidige regelingen. Die mensen zijn er ook, maar je moet er wel naar willen luisteren en ze niet meteen als lastig kwalificeren.
Fred Stolwijk, zelfstandig en onafhankelijk securityconsultant
– De erbarmelijke staat van bouwkundige beveiliging (#1)
– De erbarmelijke staat van bouwkundige beveiliging (#2)
– Gratis whitepaper Smart Buildings en gebouwgebonden systemen
Volg Security Management op LinkedIn