Bij een veilig gebouw gaat het vaak in eerste instantie om de vluchtwegen. Onze wetgever vindt het essentieel dat er goede vluchtwegen zijn. Het voorkomen van slachtoffers staat immers centraal in de definitie van veiligheid. Maar als wordt voldaan aan de regelgeving en de vluchtwegen zijn goed georganiseerd, wil dat nog niet zeggen dat het gebouw ‘veilig’ is.
Daan Jansen
Als het doel van een veilig gebouw gericht is op het voorkomen van schade aan het gebouw en inventaris om zodoende de bedrijfscontinuïteit te borgen en reputatieschade te voorkomen, moeten andere en aanvullende maatregelen worden genomen. Ook kunnen veilige vluchtwegen ervoor zorgen dat er juist zwakke plekken zit in de beveiliging.
Inhoudsopgave:
– Impact van vluchtwegen op beveiliging
– Veilig ontgrendelen van vluchtdeuren
– Zwakte in beveiliging door brandinstallatie die deuren automatisch vrijgeven
– Misbruik voorkomen
– Ontruiming vertragen
– Aantal minuten oponthoud is toegestaan
– Betrouwbaarheid brandwerende sluis
– Horizontaal ontruimen
– Ontruiming van ziekenhuizen
– Conclusie
Impact van vluchtwegen op beveiliging
Bij het beveiligen van gebouwen en terreinen beginnen we natuurlijk bij de perimeter. Deze moet gesloten zijn en gecontroleerd worden om indringers te ontmoedigen en vroegtijdig te herkennen. Daarna is de gebouwschil van essentieel belang om binnen te komen. In het gebouw zitten vaak nog een aantal beveiligingsschillen om te voorkomen dat indringers dichter bij vitale delen en processen kunnen komen.
Juist het weglaten van deze belemmeringen is van belang om veilig te kunnen vluchten
Haaks op het beveiligen van waardevolle delen staan de principes om een veilige vluchtweg te realiseren. Zorgen voor veel belemmeringen en vertragingen leidt tot een goede beveiliging. Maar juist het weglaten van deze belemmeringen is van belang om veilig te kunnen vluchten. Technisch is er een veelheid aan oplossingen ontwikkeld die veelal gebruikt worden om de beveiliging op niveau te houden zonder al te veel afbreuk te doen aan een goede vluchtroute.
Veilig ontgrendelen van vluchtdeuren
Een elektronisch slot kan door de groene noodontgrendeling worden ontgrendeld, zodat er gevlucht kan worden. Toch betekent deze extra handeling dat niet meer voldaan wordt aan het principe dat met één handeling een vluchtdeur wordt geopend. In gebouwdelen waar weinig mensen aanwezig zijn en de aanwezigen bekend zijn met de principes, leidt dit niet zomaar tot een probleem. Als er echter grotere groepen mensen gebruik moeten maken van een elektronisch vergrendelde deur, kan dit wel leiden tot problemen. Als de eerste persoon die bij de deur is niet snel genoeg de deur kan ontgrendelen en openen, kan dit bij grote nood er toe leiden dat er gedrang ontstaat, waardoor het openen van de deur onmogelijk wordt.
Zwakte in beveiliging door brandinstallatie die deuren automatisch vrijgeven
Een goed alternatief waarop kan worden teruggevallen, is het automatisch vrijgeven van de deur door de brandmeldinstallatie. In veel gebouwen is deze installatie niet vereist, waardoor het een forse investering kan betekenen. Indien wel gekozen wordt voor deze techniek kan dit ook leiden tot een zwak element in de beveiligingsschillen. Een slimme inbreker kan immers door het activeren van de brandmeldinstallatie op eenvoudige wijze toegang krijgen tot het gebouw. Niet zelden is deze techniek gebruikt om binnen te dringen.
Misbruik voorkomen
Vanuit het perspectief van veilig vluchten heeft deze oplossing – zeker bij gebouwen met relatief veel aanwezigen – de voorkeur. Hinder bij het vluchten en blokkade van deuren wordt immers voorkomen. Door het systeem zorgvuldig te ontwerpen kan misbruik worden voorkomen.
- De sturing kan zodanig worden ingericht dat deuren pas worden vrijgegeven als er twee automatische melders worden geactiveerd. Dit maakt de kans dat bij een opzettelijke brandstichting de deuren worden geopend een stuk kleiner. Belangrijk is daarbij wel dat het ontruimingsalarm ook pas wordt geactiveerd op basis van de tweede melder om paniek te voorkomen. Zwakke schakel hiervan is dat bij activering van een handbrandmelder altijd het ontruimingsalarm moet worden geactiveerd en deuren moeten worden vrijgegeven. Het activeren van een handbrandmelder wordt namelijk altijd gezien als een geverifieerde brand die direct moet resulteren in het ontruimen van het gebouw.
- Het beperken van de sturingen tot een specifiek gebied of tot een specifieke deur kan ervoor zorgen dat enkel in de nabijheid van de brandhaard gevlucht moet worden en deuren worden vrijgegeven.
Omdat het basisprincipe van veilig vluchten uit gaat van zo snel mogelijk het aangrenzend terrein en vervolgens de openbare weg bereiken, blijft dat met het vrijgeven van de vluchtdeuren er zwakkere plekken in de beveiliging van het gebouw ontstaan. Nooddeuren kunnen aan de buitenzijde worden uitgevoerd zonder deurkruk om nog enige weerstand te bieden, maar een ontgrendelde deur is altijd zwakker.
Ontruiming vertragen
Binnen de kaders van een veilige vluchtweg kan ook worden gezocht naar alternatieven waarbij het vluchten wel degelijk wordt vertraagd. Vanzelfsprekend zijn dit wel essentiële elementen die zowel procedureel als bij het bevoegd gezag goed moeten worden vastgelegd. Per definitie is een vluchtroute immers minder veilig als niet snel genoeg naar buiten kan worden gevlucht.
Aantal minuten oponthoud is toegestaan
Vanuit de bouwregelgeving is enige wachttijd tijdens het vluchten op een verdieping in het gebouw wel toegestaan. Wanneer men tijdens het vluchtproces achter een goede brandscheiding kan wachten, is een aantal minuten oponthoud toegestaan. Dit principe is in de basis bedoeld om in gebouwen waar veel mensen aanwezig zijn, voldoende tijd te geven om achter elkaar de trappen af te dalen. In zeer beveiligde en uitzonderlijke omgevingen kan dit principe ook worden gebruikt.
Betrouwbaarheid brandwerende sluis
Als een vertraging wordt gerealiseerd in de vluchtroute, is het natuurlijk van groot belang dat men is afgeschermd van de brandhaard. Een brandwerende sluis voor de uitgang kan hiervoor worden gebruikt. De betrouwbaarheid van de veiligheid van de sluis is daarbij van essentieel belang. Om voldoende betrouwbaar te zijn, moet behalve op de brandwerendheid in dergelijke situaties worden gelet op:
- De rookdoorlatendheid. Vanzelfsprekend mag rook niet de ruimte kunnen indringen. Deuren moeten bijvoorbeeld zijn voorzien van kierdichting en valdorpels en zijn getest op rookdoorlatendheid om te voorkomen dat rook door de kieren wordt gedrukt.
- De ruimte moet op overdruk worden gebracht door het ventilatiesysteem om de kans op indringing van rook nog kleiner te maken.
- De constructie van het gebouw moet zeer betrouwbaar zijn en mogelijk aanvullend worden beschermd tegen brand om het bezwijken van de brandwerende sluis te voorkomen.
Horizontaal ontruimen
Een gebouwontwerp kan ook zodanig worden ingericht dat altijd in horizontale richting naar twee aangrenzende brandcompartimenten kan worden gevlucht. In het ideale geval is een gebouw helemaal rond, zodat uiteindelijk altijd via één uitgang het gebouw wordt verlaten. In dat geval mag deze vluchtweg natuurlijk nooit worden bedreigd door brand. Er mogen dan geen ontstekingsbronnen of brandbare materialen zijn. Deze vluchtweg kan dan eenvoudig worden voorzien van aanvullende beveiligingsvoorzieningen, zoals toezicht om indringing te voorkomen.
Ontruiming van ziekenhuizen
Een extreme variant van horizontaal ontruimen lijkt op de situatie die we kennen in ziekenhuizen. Bedgelegen en kwetsbare patiënten moeten in het gebouw blijven. Met hulp van de organisatie moeten zij naar een aangrenzend brandcompartiment worden gebracht. Om de veiligheid tijdens dit verblijf te borgen, worden er in dit geval een aantal aanvullende eisen gesteld:
- er moet voldoende opvangruimte beschikbaar zijn;
- de brandcompartimenten moeten kleiner zijn dan normaal in gebouwen;
- de brandwerendheid van de constructie moet hoger zijn;
- bij patiënten moet paniek worden voorkomen, waardoor uitgegaan wordt van een stil-alarm ontruimingsalarminstallatie.
Veilig vluchten is voor de wetgever veel belangrijker dan een goede beveiliging van een gebouw
Conclusie
Bij een goede beveiliging kunnen vluchtwegen leiden tot zwakke plekken. Veilig vluchten is voor de wetgever veel belangrijker dan een goede beveiliging van een gebouw. Door de situatie goed te beschouwen, kan systematisch de kans op misbruik van een vluchtroute worden verkleind maar in principe niet worden voorkomen. Afwijkend op de standaardprincipes om een gebouw bij een brand direct te ontruimen kan soms ook enige vertraging worden toegestaan. Hierbij moet er natuurlijk wel voor worden gezorgd dat de opvangplaats gegarandeerd veilig is. Aanvullende maatregelen zullen nodig zijn om het vluchten te vertragen. Bij een specifiek gebouwontwerp is het mogelijk om altijd via dezelfde uitgang te ontruimen. Deze uitgang kan dan extra goed worden beveiligd, zodat misbruik wordt voorkomen. Maar bedenk, niet ieder gebouw is ontworpen als het Pentagon.
Daan Jansen is Fire Safety Consultant & Associate Director bij Royal HaskoningDHV
Lees ook
– Safety en security, of is het versus?
– Hoe staat het met de integratie van beveiliging en brandveiligheid?
– Vluchtgedrag bij brand: wat doen we wel en niet
Volg Security Management op LinkedIn